Veel mensen haalden opgelucht adem toen bleek dat 21 december een dag was als alle andere. Er landden geen aliens in Frankrijk om een handjevol eindtijdgelovigen in zilverig glanzende flottieljes te verhuizen naar het Delta Kwadrant. Ook zijn er, voor zover bekend, op die dag geen aardbevingen, tsunami’s of vulkaanuitbarstingen geweest. Niets van dat al. Maar betekent dat nu dat er helemaal geen kans bestaat dat de aarde ooit door een kosmisch ramp wordt getroffen? En hoe staat het met onze kansen om een botsing met een grote komeet of asteroïde te overleven? Erger nog: zijn zulke knapen misschien al in aantocht?
Om met de laatste vraag te
beginnen: er ligt een asteroïde op ramkoers met de aarde. Op vrijdag 13 april
2036 zal hij ons rakelings passeren. De kans op een inslag van deze asteroïde
die toepasselijk Apophis is gedoopt, naar de Oud-Egyptische god van de
onderwereld, is maar klein – 1 op 250.000 – maar toch aanwezig. Toen men hem in
juni 2004 ontdekte, schatte men de kans op een inslag nog op 1 op 40. Alle
alarmbellen begonnen toen te rinkelen. NASA-whizkids maakten met het zweet
onder de oksels overuren, koortsachtig werden ministeries ingeseind. Gelukkig
zijn die berekeningen later bijgesteld. Waarschijnlijk vliegt hij de aarde op
hoge snelheid voorbij. Maar stel dat dit enorme brok steen met een doorsnede
van 320 meter op aarde inslaat, wat voor gevolgen zou dat dan hebben?
De consequenties van een
botsing met een dergelijk object zouden gruwelijk zijn. Zo’n inslag heeft een
kracht die 60.000 keer groter is dan de energie die vrijkwam door de atoombom
op Hiroshima. Mocht hij neerkomen op Los Angeles of San Francisco, dan zal de
hele stad erdoor worden verpulverd. Het eerste wat men van de nadering van zo’n
asteroïde zal merken, is de enorme schokgolf die zich voortplant door de
atmosfeer. De luchtmoleculen worden namelijk door het aanstormende object met
een snelheid van tientallen kilometers per seconde samengeperst. Een zware
schokgolf gaat daardoor aan de directe inslag vooraf. Alle ruiten van
wolkenkrabbers zullen daardoor sneuvelen, bruggen en zwakker geconstrueerde
gebouwen storten in. De stad begint op zijn grondvesten te schudden.
Dat is nog maar het
voorspel. De eigenlijke klap is nog veel erger. In een paar seconden wordt een
stedelijk gebied over tientallen vierkante kilometers volledig vernietigd. Bij
een inslag in zee wordt bovendien nog een torenhoge tsunami opgewekt, die de
hele kust zal overspoelen met een kracht die nog veel groter is dan de
Kerst-tsunami van 2004. Kortom: dit is het ideale scenario voor een rampenfilm.
Het enge is alleen dat dit echt kan gebeuren. Al is de kans daarop gelukkig
maar klein.
Het kan nog veel gekker. Een slordige 65 miljoen jaar geleden werd een groot deel van het leven op aarde, waaronder de dinosauriërs, uitgeroeid door een enorme inslag voor de kust van het Mexicaanse schiereiland Yucatan. Geologen vonden in het flinterdunne laagje tussen het Krijt en het Tertiair (het tijdperk waar we nu in leven) een grote hoeveelheid iridium. Dat materiaal komt in de ruimte veel voor, op aarde is het heel zeldzaam. Bovendien vonden ze sporen van een grote krater die voor een deel door Yucatan liep. De onderzoekers waren eenduidig in hun oordeel: de dader moest wel een grote komeet of asteroïde zijn die aan het einde van het Krijt met donderend geraas was neergekomen.
Aan het einde van het
Perm, zo’n 250 miljoen jaar geleden, stierf zelfs meer dan 90 procent van al
het leven op aarde uit. Waarschijnlijk werd ook die massale uitroeiing door de
inslag van een komeet of asteroïde veroorzaakt.
Inslagen door grote knapen uit de ruimte zijn godzijdank zeldzaam. Zo is de kans op de botsing met een asteroïde van enkele kilometers groot ongelofelijk klein. Veel groter is de kans op de inslag door een kleiner object van een paar honderd meter. Zulke krengen komen namelijk veel vaker voor. Als we al worden geraakt, dan zal dat waarschijnlijk gebeuren door een asteroïde van enkele tientallen of enkele honderden meters groot. Maar ook dan is de schade enorm.
Een mooi voorbeeld van dat laatste is de Toengoeska-meteoriet die in 1908 neerkwam in Siberië. Volgens berekeningen ontplofte een brok steen van hooguit 30 of 40 meter groot een paar kilometer boven de grond. Doordat hij met tientallen kilometers per seconde onze atmosfeer binnendrong, werd de lucht rondom de meteoriet zo samengeperst, dat het hele zaakje uit elkaar spatte. Daardoor knapten de bomen in dit gebied tot op een afstand van 40 km. als luciferhoutjes boven de grond af. Gelukkig woonden er bijna geen mensen in dit gebied.
Zulke inslagen zijn
beslist geen zeldzaamheid. Elke eeuw is het wel een keer raak. De ruimte zit
vol puin, Doomsday is coming. De vraag is alleen wanneer. Misschien kunnen we
de baan van zo’n kreng nog afbuigen of hem laten ontploffen. Hopelijk wel. Maar
vroeg of laat krijgen we weer bezoek. Onherroepelijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten