woensdag 25 april 2012

Het andere gezicht van de kerken


Religie beschouwen als de oorzaak bij uitstek van alle ellende - het begint zo langzamerhand een trend te worden. Gewapend met tegeltjeswijsheden en wikipediakennis zingen steeds meer bloggers de mantra dat godsdiensten de geschiedenis van de mensheid hebben verziekt met geweld, haat, dogmatiek en autoritarisme. Wie zich tegen hen durft te verzetten, wordt fijntjes gewezen op het irrationele, onwetenschappelijke karakter ervan – alsof onomstotelijk vaststaat dat er geen leven is na de dood en de wereld alleen uit platte materie bestaat. Argumenteren met deze religiebestrijders heeft geen zin, want tegenspraak wordt vaak niet geduld. Voor deze bloggers geldt dat de bevrijding van de mens pas definitief een feit is als de goden zijn bijgezet in  het rariteitenkabinet van de geschiedenis en alle uitingen van religie uit het openbare leven zijn verdwenen.

Is het door die aanzwellende kritiek nu echt game over voor de religie in de westerse wereld? En waarom moeten sommigen zich uit alle macht verzetten tegen een God en tegen gelovigen als ze toch zeker weten dat er geen God bestaat? Nog belangrijker: is het wel waar dat die negatieve kanten van de religie de positieve in de schaduw stellen? Om tegenwicht te bieden aan deze critici wil ik hieronder graag iets vertellen over twee manieren waarop het christendom onze westerse cultuur in gunstige zin heeft beïnvloed. Niet om anderen ertoe over te halen om ook te geloven. Wel om te laten zien dat het christendom het Westen niet alleen ellende, maar ook veel goeds heeft gebracht. Zoeken naar het juiste evenwicht – dat lijkt me op dit gebied ontzettend belangrijk. Al was het alleen maar om te voorkomen dat de discussie verzandt in hopeloze eenzijdigheden. 

DE PRAKTIJK VAN DE CARITAS
Eén van de belangrijkste begrippen in het christendom is de ‘caritas’, de liefde voor de naaste. Elke kerkelijke gemeente heeft de opdracht om te zorgen voor zieken, armen en oude mensen. Vanaf de allereerste kerken tot in deze tijd is dit één van de functies van de kerken. In vroegere eeuwen waren zelfs veel mensen in het Westen hiervan afhankelijk. Toen er nog geen sociale voorzieningen waren en grote groepen daarom aan hun lot werden overgelaten, klopten ze aan bij kerken en kloosters voor hulp. Die werd hun ook gegeven. In Middeleeuwse kloosters werd een ziekenboeg ingericht waar niet alleen zieke kloosterlingen, maar ook zieke reizigers en parochianen in werden opgevangen. Oorspronkelijk waren het zaaltjes waarin rondtrekkende pelgrims konden overnachten, maar die functie werd steeds meer uitgebreid. Op die manier ontstonden in het Westen de eerste zieken- en armenhuizen.
Ook de parochies boden zorg aan armen, zieken en ouderen. Elke gemeente had - en heeft  nog steeds – een orgaan dat mensen moet helpen die niet voor zichzelf kunnen zorgen. Bij de protestanten heet dit de diaconie, bij de katholieken noemt men dat de Parochiële Caritasinstelling of PCI.
Niet alleen officiële ambtsdragers, maar ook gewone gemeenteleden hebben vanuit de christelijke leer de plicht om zich om anderen te bekommeren. Veel kerkleden brengen dat ook in de praktijk. Nog steeds bestaat een groot deel van het leger aan vrijwilligers in Nederland uit kerkleden die dit doen omdat ze hiermee uitdrukking willen geven aan hun geloof. Onderzoeken zoals die van Joep de Hart uit 2011 (“Zwevende gelovigen”), bevestigen dat. Zonder al die vrijwilligers zouden heel veel instellingen – vooral op medisch en maatschappelijk gebied - niet eens kunnen functioneren.  

KLOOSTERS EN ONDERWIJS

Afgezien van de praktijk van de ‘caritas’ is uit de middeleeuwse kerken nog iets anders voortgekomen dat een enorme invloed zou krijgen in de Westerse cultuur. Elk klooster had in de middeleeuwen nl. een eigen school waarin geestelijken werden opgeleid. In de vroegste periode werden daarin alleen theologische vakken onderwezen, maar later werd ook in steeds meer ‘wereldlijke’ vakken les gegeven. Uit deze kloosterscholen ontstonden de oudste universiteiten van Europa.   

Ik weet het, het is onmogelijk om in een paar bladzijden een goed overzicht te geven van alle positieve dingen die het christendom het Westen heeft gebracht. Zo is de invloed van het christendom op de Westerse kunst ook enorm groot geweest. Ik wil alleen laten zien dat het koppelen van religie (en dan vooral het christendom) aan alles wat negatief en problematisch is, gewoon niet klopt. Elke religie is een enorm groot en wijdvertakt geheel, met een eigen geschiedenis, waarden, mogelijkheden en beperkingen. Daarom is een gesprek over religies alleen mogelijk als de belangrijkste facetten ervan, zowel negatief áls positief, aan bod kunnen komen - een gesprek dat door de eenzijdige nadruk op negatieve elementen praktisch onmogelijk wordt gemaakt.

vrijdag 6 april 2012

Akiane, een leven in dienst van God (2)


Hoewel zij vooral bekend geworden is door haar schilderijen, staat Akiane’s poëtische talent buiten kijf. In gedichten vol wervelende, haast magische symboliek beschrijft zij de diepere natuur van mensen, dieren, de kosmos en de geestelijke wereld. Deze gedichten schrijft zij meestal na het voltooien van een schilderij, als een soort toelichting op het onderwerp ervan. In een paar minuten ontstaat de tekst die zelden hoeft te worden gereviseerd.

Haar poëtische talent ontwikkelde zich na een mysterieuze gebeurtenis die plaats vond toen zij vijf en een half jaar oud was. Op een regenachtige dag in het voorjaar van 2000 was zij plotseling zoek. Omdat de familie, die enkele jaren eerder welvarend was geworden, rekening hield met een ontvoering, werden de buren en zelfs de politie en het leger ingeschakeld om haar op te sporen. Maar nergens was een spoor van haar te bekennen. Totdat zij enkele uren na haar verdwijning opeens, als uit het niets, in één van de gangen van het ouderlijk huis verscheen. Een heleboel mensen waren daar getuige van. Om hen gerust te stellen sprak ze tegen de aanwezigen: “Ik was bij God. Er is veel werk te doen. Jullie zullen het niet begrijpen, maar jullie moesten dit ervaren.” Vervolgens vertelde ze exact wat er zich tijdens haar verdwijning in en om het ouderlijk huis had afgespeeld, alsof ze alles van bovenaf had gezien. Na dit mysterieuze voorval kwam het hele gezin tot geloof. Vanaf die dag accepteerden ze dat Akiane geboren was met de taak om mensen terug te brengen naar God. Niet lang daarna begon zij gedichten te schrijven.

Twee jaar geleden vertelde Akiane over haar ervaringen tijdens een interview met KCTS, een Amerikaanse tv-zender. “Ik hoor vaak stemmen”, zegt ze, “zie gezichten en hoor allerlei geluiden uit de natuur en de kosmos. Die beelden en geluiden moet ik zo snel mogelijk vastleggen op het doek, anders ben ik ze een dag later al weer kwijt.” Dat resulteert in schilderijen vol symboliek over bv. de schepping, de morele keuzes die een mens tijdens het leven moet maken, of over de uitwerking van het gebed. Maar ook dieren en landschappen beeldt zij vaak af. In haar gedichten wordt de symboliek van haar doeken toegelicht. Fraaie voorbeelden van haar poëzie zijn te vinden op http://akiane.com/poetry.
Een belangrijk thema in haar werk is de nieuwe aarde die na de terugkeer van Christus zal ontstaan. Zo heeft zij op één van haar olieverfdoeken de aarde van de toekomst geschilderd. Bij de eerste aanblik valt meteen op dat de topografie compleet is veranderd. Waar eerst oceanen klotsten van kust naar kust, zijn alleen nog maar continenten te zien. De nieuwe wereld is voornamelijk groen, met relatief weinig water. Misschien is dat puur symbolisch bedoeld. Maar belangrijker nog dan de verdeling van water en land zijn de geestelijke veranderingen die zich volgens haar zullen voltrekken. In die nieuwe wereld is de kwaadaardigheid van de natuur verdwenen. Dieren doden daar niet meer om te overleven. De kloven, die mensen nu nog van elkaar scheiden, zijn daar overbrugd. De aarde zonder oceanen, die zij schildert, stelt voor mijn gevoel dan ook een wereld voor waarin de afstanden tussen volkeren, landen en culturen in geestelijke zin zijn verdwenen. Een aanknopingspunt daarvoor is het schilderij “Moed”. Daarop zien we twee zwanen hoog boven een archipel vliegen. Zij interpreteert dit a.v.: “Op mijn schilderij stellen deze zwanen mensen voor in de vlucht van de liefde – de vlucht tussen mensen en volkeren, eilanden en continenten, planeten en melkwegstelsels is slechts voor de dapperen”. Meren en oceanen zijn hier het symbool voor alles wat mensen van elkaar scheidt.

Het meest futuristisch zijn haar schilderijen van de kosmos. Ze doen me denken aan opnamen van de Hubbletelescoop van nevels die zijdelings door reuzensterren worden verlicht, zodat er een kleurig, wervelend spel van licht en schaduw ontstaat. Op één ervan heeft zij zichzelf geschilderd terwijl ze met een penseel sterren schildert op de achtergrond van het heelal. Dat schilderij heet ‘Co-creatie’. Volgens haar zijn wij allemaal mede-scheppers van God. Dat is ook onze uiteindelijke bestemming. Toch zal er nog veel strijd zijn voordat die nieuwe wereld een feit is. Subtiel verwoordt ze dat in haar gedicht “Dromen”, waarmee ik afsluit. Er is immers geen nieuwe geboorte zonder pijn.
“De eeuwige weg is de smalle weg
waar je op anderen wacht en ze laat passeren.
De vulkaan verkruimelt de schuilplaats van de laatste fase
en als het verleden de toekomst toejuicht
kruiven de golven van de eerste eeuw om en om.
Is het sluimerend licht nog wit
wanneer de hemel een andere aarde baart
en de dauw van pijnscheuten over je heen druipt?“


Literatuur:
- Akiane, haar leven, kunst en poëzie, uitg.
Ankh-Hermes 2009
- My dream is bigger than I, memories of tomorrow, uitg. Artakiane LCC 2006.