Soms zit alles tegen als
je op vakantie wilt: de kinderen blêren achter in de auto, het huisje dat je
had gehuurd blijkt maar half zo groot te zijn als op de website van het park
stond vermeld en je laptop wordt gejat als je de auto onbeheerd achter hebt
gelaten om een hapje te eten. Een dergelijke reis naar Helgoland beleefden wij
gisteren ook. Het was onze bedoeling om in Wilhemshafen aan boord te gaan, maar
daags ervoor werden we door de rederij gebeld dat het weer zó slecht zou
worden, dat de veerboot naar Helgoland niet uit zou varen. Wel konden onze
kaarten worden omgeboekt naar een trip vanuit Bremerhafen. Gelukkig is dat
vanuit onze woonplaats maar een half uurtje extra rijden; dat viel dus mee.
Daarom vertrokken we vrijdag in alle vroegte naar die havenstad. Onze TomTom
hadden we ingesteld op de postcode van de zeehaven, omdat hij het adres van de
aanlegplaats niet kon vinden. Achteraf gezien bleek dat niet zo handig, want we
hebben wel een half uur rondgereden langs allerlei steigers en kaden met
schepen voordat we op de plek van bestemming aankwamen. Drie keer heb ik de weg
gevraagd. Twee keer werd ik met een kluitje in het riet gestuurd. Gelukkig
kreeg ik bij mijn derde poging een bruikbaar antwoord. Dat was wel nodig ook,
want de tijd begon te dringen. De boot naar Helgoland vaart maar één keer per
dag. Buiten adem kwamen we zeven minuten voor vertrek op het schip aan.
We dachten dat het met
‘das slechtes Wetter’, dat in Duitsland was voorspeld, wel mee zou vallen. In
het begin leek dat ook zo. We voeren weg bij een kalme zee en weinig wind.
Helaas zaten we niet zo ver van een groepje Duitse jongelui, dat al om negen
uur flink begon te hijsen. Naarmate het tochtje vorderde nam hun stemvolume toe
en schalde de ene platte grap na de andere door het restaurant. Uiteraard
vormden gekleurde medemenschen daarbij een geliefkoosd mikpunt.
Na ongeveer twee uur varen
kwamen we in een gebied met heel veel zeegang terecht. Sommige golven waren
zeker drie meter hoog. Glazen en kopjes rolden van tafel, en geluiden van
brekend glaswerk vermengde zich met het gejoel van de drinkebroers die niet
meer bijkwamen van het lachen, vooral niet toen een paar mooie meiden niet goed
werden van de deining en stilletjes in een hoekje kropen om de storm af te
wachten. In een atmosfeer van bierwalm, dronkemanspraat en kotsende
medepassagiers bereikten we pas tegen enen Helgoland, dat mistig opdook uit de
Noordzee. De meeste passagiers zagen nog bleekjes om de neus toen we
overstapten in de sloep die ons naar het eiland moest brengen.
’s Middags konden we in
ons hotel uitstekend gebruik maken van het internet via een wifi-verbinding.
Omdat het hotel reclame maakte met gratis internet, had ik mijn laptop
meegenomen. Da’s leuk voor de thuisblijvers, dacht ik. ’s Avonds om een uur
zeven viel de verbinding jammer genoeg opeens uit. Ik ben al snel naar beneden
gegaan, op zoek naar de hoteleigenaar. Deze man, een vlot babbelende Italiaan,
die mij door zijn mimiek en kolderieke grappen aan Alberto Begnini doet denken, gaf mij te
verstaan dat hij ooit wel een wifi-netwerkje in zijn hotel had gehad, maar
ermee opgehouden was omdat er wel eens problemen mee waren geweest. Waarschijnlijk
hadden we tijdelijk gebruik kunnen maken van de wifi van een belendend hotel. Als
ik wilde internetten, moest ik maar naar een internet-café. Surfen met mijn
mobieltje kon natuurlijk ook, merkte hij op – alsof ik dat nog niet wist.
Vanuit dat internetcafé
heb ik zonet dit verhaal geupload. Gelukkig is het weer vandaag uitstekend. Daarom
zijn we vanmorgen naar Düne gevaren, het zustereiland van Helgoland. Daar
bevindt zich ook een vliegveld waar regelmatig vliegtuigen aankomen uit Heide,
Büsum en Bremerhafen. Ook zijn er nog resten te zien van de verdedigingswerken
uit de Tweede Wereldoorlog. Helgoland is in de oorlog nl. heel vaak
gebombardeerd. Er bevond zich een marinebasis van waaruit de Kriegsmarine
aanvallen ondernam op koopvaardij- en marineschepen van de gealliëerden. De
bewoners zaten in die periode heel vaak in het enorme stelsel aan gangen en
bunkers dat onder het rotsmassief, waaruit het eiland voor een groot deel
bestaat, is aangelegd. Het leek ons erg de moeite waard om die onderaardse
gangen onder leiding van een gids te bekijken. Bij het VVV-kantoor wachtte ons
echter een nieuwe teleurstelling: de “Bunkerführung” was tot en met zondag
volgeboekt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten