dinsdag 20 mei 2014

1812 - Napoleons fatale veldtocht naar Moskou




Illustratie: de overtocht over de Berezina

Van een oudoom van me die officier was geweest kreeg ik ooit een boek over Napoleon. Dit boek, dat gepubliceerd werd in 1905 en geschreven is door een kolonel, beschrijft in een pathetisch stijltje de Franse revolutie, de opkomst van Napoleon en de oorlogen die hij voerde. Zoals zo veel boeken over veldslagen staat het bol van overzichtskaartjes met de posities van de verschillende troepen, de aanvalslijnen en stellingen van de verdedigers. Maar een oorlog is natuurlijk meer dan een spelletje Stratego. Even interessant als het krijgsverloop zijn de ervaringen van de soldaten zelf. Hoe keken zij aan tegen Napoleon, wat voor beeld hadden zij van hun vijanden en – vooral – hoe zag het dagelijks leven in het leger er aan het begin van de negentiende eeuw uit?

Het boek “1812 – Napoleons fatale veldtocht naar Moskou” geeft antwoord op die laatste vraag. Het bevat veel tekeningen, brieven en ooggetuigenverslagen. Ik moet zeggen dat de historicus Adam Zamoyski zijn best heeft gedaan om aan de hand daarvan een levendig beeld te schetsen van de omstandigheden waaronder de soldaten moesten leven. Dat geldt niet alleen voor de Grande Armée, maar ook voor het Russische leger dat diende onder tsaar Alexander.

Opvallend zijn daarbij de vooroordelen die de strijdende partijen over elkaar hadden. Zo beschouwden de Fransen de Russen als lomp, primitief en barbaars, terwijl de Russen de Fransen arrogant en verwijfd vonden. Zamoyski verklaart dat uit het cultuurverschil en de omstandigheden van die tijd: het Frans was de cultuurtaal van de Europese adel, ook in Rusland.
Daar kwam bij dat de Franse legerleiding moed en initiatief stimuleerde, terwijl het Russische leger vooral uit lijfeigenen bestond, die door adellijke fatjes werden gedrild voordat ze naar het front werden gestuurd. Omdat Napoleon het onderwijssysteem sterk had verbeterd, waren de Franse soldaten beter opgeleid dan de Russische, wat jaloezie in de hand werkte.

Een ander belangrijk verschil was dat de Fransen werden beschouwd als goddeloze revolutionairen die met hun verlichte ideeën de structuur van de Russische samenleving wilden aantasten, wat vooral neerkwam op het uithollen van de privileges van de aristocraten. Dat werd nog verergerd doordat ook religie een rol speelde: de meeste Russen waren erg vroom en tsaar Alexander beschouwde zich zelfs als een door God gezonden verlosser van het Napoleontische kwaad. De Fransen werden daarom in de Russische propaganda als halve duivels afgeschilderd. Alle ingrediënten waren dus aanwezig voor één van de meest bloedige veldtochten op Russisch grondgebied, waarbij in totaal ongeveer 1 miljoen het leven zouden laten.

Uit de persoonlijke documenten waaruit Zamoyski citeert blijkt hoe de stemming in het Franse kamp tijdens de invasie geleidelijk omsloeg. De eerste maanden was er steeds voldoende proviand. Veel regimenten trokken zingend door de Russische velden, zeker van de uiteindelijk overwinning, die, zo dacht iedereen, nog vòòr het begin van de winter zou worden behaald. Paradoxaal genoeg sloeg de stemming om toen de Grande Armée Moskou veroverd had. Er werd op grote schaal geplunderd, verkracht en gemoord. Er braken zelfs gevechten uit tussen op buit beluste Franse eenheden. Ondertussen voerden kleine, wendbare groepen Kozakken telkens aanvallen uit op geïsoleerde Franse troepen; vooral de bevoorrading had daaronder te lijden.

Napoleon talmde lang met het terugtrekken van zijn leger uit Moskou. Hij hoopte dat tsaar Alexander na de verovering van Moskou een vredesregeling zou voorstellen, maar de tsaar bleef onvermurwbaar. Omdat hij Moskou niet als onderpand kon gebruiken en de soldaten genoeg begonnen te krijgen van de veldtocht, moest hij zich op den duur terugtrekken. Het zijn vooral Zamoyski’s beschrijvingen van deze terugtocht door het Russische landschap die indruk op me hebben gemaakt. Sommige gruwelen deden me denken aan de oorlog in Syrië. Zo werden bij één gelegenheid 80 Franse krijgsgevangen naakt uitgekleed, met hun nek aan boomstammen vastgebonden en door Russische boeren doodgeslagen terwijl hun vrouwen volksdansjes uitvoerden. Dergelijke slachtpartijen waren op den duur geen uitzondering meer.
 
Naarmate het strenger ging vriezen, viel het Franse leger steeds meer uiteen. Langs de hele route van de terugtocht – van Moskou naar Vilnius – liet men karren, kanonnen en buit achter, terwijl overal langs de weg stijfbevroren lijken lagen . Op de meest idiote manieren probeerden de Fransen zich te beschermen tegen de kou. Zo waren er zelfs Fransen die over hun legerjas toneelkleding droegen die ze in Moskou hadden buitgemaakt. Anderen gooiden hun proviand weg zodat ze al hun krachten konden gebruiken om roofgoed mee te zeulen dat ze in Moskou hadden buitgemaakt. Het begon op den duur zó streng te vriezen, dat soldaten die rond een kampvuur zaten brandwonden opliepen in hun gezicht, terwijl ze aan de achterkant half bevroren.

Zamoyski vond ik meesterlijk in het beschrijven van de verschrikkingen van de terugtocht, al had het wel ietsje minder gruwelijk gemogen. Dat betekent trouwens niet dat hij in dit 561 pagina’s tellende boek geen aandacht besteedt aan de politieke en militaire situatie in Europa vòòr en na deze veldtocht, want dat doet hij wel degelijk. In zijn ijver om vooral het leven van de gewone soldaat te beschrijven schiet hij soms wat te ver door, maar omdat hij je aan de hand van tal van persoonlijke documenten laat voelen wat deze veldtocht voor de soldaten te velde betekende, vergeef ik hem dat graag. “1812” vind ik dan ook zeker een aanrader.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten