woensdag 20 oktober 2010

Van individueel naar kosmisch bewustzijn


Tijdens een toernooi als het WK staan 'we' met ons allen achter Oranje. Op zulke momenten zijn we méér dan alleen maar een individu, maar deel van een collectief met een eigen geschiedenis, emoties, vrienden en vijanden. Oranje belichaamt dan ons nationale bewustzijn waar we allemaal deel aan hebben.
Zo'n toernooi duurt maar een paar weken. Daarna worden de slingers met het oud papier meegegeven of - bij winst - opgeborgen in de schuur of rommelkast. Maar ook in het leven van alledag speelt die groepsidentiteit een rol. We kunnen er zelfs niet zonder, want ook als groep of als volk hebben we een bewustzijn nodig van wie wij zijn en - niet minder belangrijk - hoe wij niet zijn en ook niet gezien willen worden.

Dat collectieve bewustzijn van de volken leidt een taai en hardnekkig leven. De moeizame integratie van de landen binnen de E.U. is daar een mooi voorbeeld van. Iedereen wil het liefst zo weinig mogelijk van zijn autonomie afstaan aan een groter, overkoepelend geheel. Ik denk dat dat vooral komt door de behoefte van de mens om zich te profileren en zich van anderen te onderscheiden. Mensen hebben grenzen en houvast nodig, ook in geestelijk opzicht.

Vervelender wordt het als we ons op die groepsidentiteit voor laten staan en ons superieur beginnen te wanen t.o.v. anderen. Gezonde competitiedrang verwordt dan tot de tendens om anderen als inferieur te beschouwen, hun territorium letterlijk en figuurlijk in te perken en hen te onderdrukken. Ook religies kennen dit gevaar, evenals politieke systemen. In feite lopen deze scheidslijnen dwars door de volken heen en moeten we, naast het collectieve bewustzijn van een volk, nog een onderverdeling maken naar regio, religie en politieke opvattingen.

Wat mij daarbij sterk bezighoudt is de vraag of veel problemen tussen volken misschien zullen verdwijnen als het collectieve bewustzijn van de mens wordt uitgebreid tot het bewustzijn van de mensheid als één onverbrekelijk geheel. De mens is dan in de eerste plaats een wereldburger. Wie zo denkt, kijkt vooral naar de overeenkomsten tussen mensen, zowel uiterlijk als innerlijk. Alle leden van de menselijke soort hebben zó veel met elkaar gemeen in hun psyche en hun gedragingen, dat de onderlinge verschillen daarbij vergeleken volledig verbleken.

Ik hoop dat we als mensheid ooit zo ver zullen komen en dat onze onderlinge verschillen steeds meer zullen vervagen. Ik denk zelfs dat we dat ook hard nodig zullen hebben als we willen overleven. De gigantische milieuproblemen die nu op ons afkomen, vereisen een mondiale aanpak. Paradoxaal genoeg kan juist het botte egoïsme en materialisme van de economische drang tot expansie op den duur leiden tot meer eenheid en samenwerking tussen de staten. Misschien komt dat er ooit nog van en ontwikkelt de mensheid op den duur het collectieve bewustzijn van de menselijke soort. Het zou geweldig zijn als dát de belangrijkste basis wordt voor onze manier van denken.

We kunnen zelfs nog een stap verder gegaan. De kans is immers levensgroot dat de mensheid vroeg of laat te maken krijgt met andere beschavingen. Hoe zullen wij op hen en zij op ons reageren? Het enige antwoord dat ik daarop geven kan, is dat men deze verschillen alleen maar kan overstijgen door het bewustzijn dat we allemaal kinderen zijn van dezelfde Schepper, óf door het seculiere idee dat er universele waarden bestaan t.a.v. de omgang met andere levende wezens, ongeacht hun planeet van herkomst. Wat je nu ziet in de omgang van volken met elkaar - superioriteitswaan, agressie en intolerantie - kan immers ook ontstaan in het contact tussen verschillende beschavingen.

Gelukkig zullen deze problemen zich misschien nooit voordoen. Sommige experts die zich bezig houden met buitenaards leven beweren dat elke beschaving een kritische grens moet passeren. Zodra het geestelijke ontwikkelingsniveau van een beschaving nl. geen gelijke tred meer houdt met de techniek die zij ontwikkelt, zal die beschaving die technische middelen op een onvolwassen manier inzetten, met alle gevolgen van dien. De kans dat de bewoners van zo'n aso-planeet zichzelf vernietigen of hun wereld compleet onbewoonbaar maken, is dan ook levensgroot aanwezig. In dat geval selecteren kosmische beschavingen zichzelf uit en lost het probleem zich vanzelf op. Dat is dan weer een geruststellende gedachte. Echt gevaarlijke aliens liggen dan al lang begraven onder de ruïnes van hun eigen planeet.

Ik geloof daarom dat we niet bang hoeven te zijn voor high-tech beschavingen die plotseling opdoemen uit de hyperruimte om de aarde bij wijze van verzetje aan barrels te schieten. De interstellaire ruimte leent zich ook niet zo goed voor wildwesttaferelen. Eén welgemikt schot in de buitenwand van een ruimteschip zorgt immers al gauw voor onherstelbare panne. Hopelijk lukt het ons om het kritische stadium, waarin de techniek de geest vooruit is gesneld, ongeschonden door te komen. Vanuit een kosmisch perspectief bezien geeft de stortvloed aan onheilsprofetieën over onze nabije toekomst - Nostradamus, 2012, Maya-kalender - aan dat we dat stadium beginnen te naderen. Maar zelfs die profetieën en voorspellingen wijzen niet op de ondergang van de mensheid als geheel. Wél binden ze ons op het hart om coöperatiever, verdraagzamer en bescheidener te worden. Bij alle WK-gekte waar we in ons kleine landje eens in de vier jaar last van hebben lijkt me dat nog niet eens zo'n vreemde gedachte.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten