woensdag 27 juli 2011

27 juli: van Loch Ness naar Lanark

Het Cartland Hotel, iets ten zuiden van Glasgow, een niet onaardig optrekje

Vandaag zijn we begonnen aan onze terugreis. Om half elf zijn we vertrokken uit Fort Augustus aan het meer van Loch Ness. Via Fort William, een garnizoensplaats die door de Engelsen is gebouwd om zich tegen aanvallen van highlanders te beschermen, zijn we doorgereden naar het Cartland Hotel, dat zo'n twintig kilometer ten zuiden van Glasgow ligt. Daar brengen we de nacht door. Morgen rijden we door naar Newcastle, waar we om een uur of drie aankomen en meteen aan boord gaan van de veerboot naar IJmuiden.

Onderweg naar Newcastle gaan we nog even kijken in Gretna Green, een Schots dorpje dat vlak ten noorden van de grens met Engeland ligt. Tot nog niet zo heel lang geleden konden trouwlustige paartjes, die in hun eigen land geen toestemming van hun ouders konden krijgen om in het huwelijk te treden, in het gemeentehuis van dat plaatsje met elkaar trouwen. In hun eigen land werd dat huwelijk dan erkend.
Niet zo heel ver daar vandaan ligt Lockerbie. In de tachtiger jaren ontplofte een Amerikaans passagierstoestel boven dat plaatsje; niemand heeft die ramp overleefd. Libië heeft later erkend dat het verantwoordelijk was voor die aanslag. De man, die voor die terreuraanslag is veroordeeld, is vorig jaar zgn. om gezondheidsredenen door Engeland aan Libië uitgeleverd; hij zou in de terminale fase van een vorm van kanker verkeren. Toch kon je hem een paar dagen geleden vooraan zien zitten tijdens een bijeenkomst die Khadafi hield met stamoudsten. Met die dodelijke ziekte viel het dus reuze mee.   

Het hotel waarin we vannacht logeren ziet er niet onaardig uit. Vroeger was het het landhuis van een lid van de adel. Rondom wordt het omgeven door een park. Een paar honderd meter verderop staat zelfs de ruïne van een klein kasteel, of misschien moet je wel zeggen dat het een kasteeltje is dat bezig is om tot een ruïne te vervallen. Er bestaan kennelijk overgangsstadia tussen een zwaar verwaarloosd landhuis en een ruïne. Dit is er een prachtig voorbeeld van.   
  

maandag 25 juli 2011

25 juli: Meer van Loch Ness en het eiland Skye

Het eiland Skye, landschap met eindeloos mooie vergezichten

Gisteren voeren we met een rondvaartboot over het meer van Loch Ness. Aan boord waren veel Japanners en Amerikanen. Die Amerikanen hoor je overal boven uit, alsof ze pas de wereld veroverd hebben. Ik voelde er weinig voor om hen van dat tragische misverstand af te helpen; het werd dus een kalm en ontspannen tochtje, dat nogal obligaat begon met een informatief praatje uit de speakers van het schip. Zo leerden we dat het water van Loch Ness een gemiddelde temperatuur heeft van 5 graden Celsius en dat de flora en fauna hier sinds het einde van de laatste IJstijd niet meer is veranderd. Doordat het gebied heel erg afgelegen ligt heeft ook de Keltische taal - hier meestal het Gaelic genoemd, er zijn ook radiozenders die volledig in het Gaelic uitzenden - zich hier kunnen handhaven.

De Engelsen zijn hier niet erg populair, maar dat zal niemand verbazen die de geschiedenis van Schotland ook maar benadering kent. Zo zijn de Schotse hooglanders een paar eeuwen geleden door het Engelse bestuur gedwongen om de 'highlands' te verlaten en hun intrek te nemen in dorpen en steden in het laangland. Veel Schotten zijn in die periode - de 18e en 19e eeuw - geëmigreerd naar Australië, Canada en de V.S. omdat ze hier geen bestaansmogelijkheden meer hadden. Je ziet in deze omgeving dan ook veel verlaten, vaak half ingestorte huizen waarvan de bewoners naar verre kusten zijn vertrokken.  Dat heeft de haat tegen de Britten behoorlijk aangewakkerd. De Engelse garnizoenen die in Schotland gelegerd waren, werden vaak aangevallen door highlanders die het Engelse bestuur wilden verdrijven; ze streden voor volledige onafhankelijkheid van de gehate Britten.

Fort Augustus was ook af en toe het doelwit van deze overvallen. Eén keer werd het munitiedepôt van Fort Augustus door Schotse vrijheidsstrijders opgeblazen, waarbij alle munitie de lucht in ging. Het moet een explosie zijn geweest waarbij vergeleken de vuurwerkramp in Enschede maar kinderspel was. In paniek zijn de 300 Engelse roodjassen, die hier gelegerd waren, de bergen in gevlucht. Te oordelen naar het enthousiasme waarmee de kapitein dit verhaal vertelde had hij graag aan dat avontuur meegedaan.
Even later voeren we langs een grot waar een beroemde Schotse vrijheidsstrijder zich maanden lang voor de Engelse troepen had schuilgehouden. Nadat zijn clan door het Britse bestuur was aangevallen en gedecimeerd, had hij geprobeerd de Engelse gouverneur te vermoorden. Zijn schot miste deze man op een haar, waarna hij de bergen was ingevlucht. Hij kende de omgeving zó goed dat het Engelse leger hem nooit heeft kunnen opsporen. Ook dit verhaal werd met de nodige heroïek verteld. Je krijgt hier dan ook regelmatig de indruk dat men het liefst vandaag nog de Schotse onafhankelijkheud zou willen uitroepen.   

Vandaag zijn we naar "The Isle of Skye" gereden. Strikt genomen is dat een eiland van de Binnen-Hebriden, de rij eilanden die het dichtst voor de Schotse westkust ligt. Met een lange brug is het met het vasteland verbonden. Na zo'n 15 km. zijn we van de doorgaande weg afgeweken, in de richting van het pittoreske plaatsje Elgol. Over een weg die nauwelijks breder was dan een flink fietspad en bovendien heel erg bochtig, bereikten we een half uur later Elgol. Een havenplaatsje kun je het nauwelijks noemen. Er liggen een paar vissersboten voor de kade. Bovendien meren er af en toe een paar rondvaartboten aan. Omdat het laatste gedeelte van de rit naar Elgol voert over een traject met een hellingspercentage van 25 hebben we dat maar gelopen.

De vergezichten zijn er zonder meer adembenemend. Een lange rij van kleine en grote rotsachtige eilanden slingert zich van de haven van Elgol naar de Atlantische Oceaan. Bergen van ongeveer een kilometer hoogte zie je rondom; de verste toppen zijn in een blauwachtige waas gehuld. Het water is er aan de rotskust bauwachtig groen. We hebben daarom een hele serie foto's genomen. Als we terug zijn van vakantie - komende vrijdag - zal ik een aantal foto's plaatsen die we vandaag op Skye hebben genomen.

zaterdag 23 juli 2011

Volgens het monstercentrum 'the mystery remains'


Vanmiddag hebben we "The official monster exhibition" bezocht, the place to be voor alle monsterfanaten en geïnteresseerden in Nessie, zoals ze het monster hier liefkozend noemen. In restaurants kun je in Drumnadochrit, centrum van de cultus, zelfs monstergerechten bestellen; bij de plaatselijke bakker kun je een taart kopen waarop Nessie in slagroom is opgespoten. Onze verwachtingen waren dan ook hooggespannen toen we het 'exhibition center' binnen liepen. Ik moet zeggen dat ze de tentoonstelling op een heel gedegen - om niet te zeggen wetenschappelijke - manier hebben ingericht.

Na binnenkomst word je door een aantal zalen geleid waar je in een passende omgeving - rondom rotsen, gedempte verlichting, hier en daar een monsterkop of dinosaurusskelet - een  film krijgt voorgeschoteld. Om de bezoeker duidelijk te maken dat het hier om een zeer serieuze onderneming gaat, laat men een filmpje zien over de continentendrift. Dat is zeer verhelderend in tweeërlei opzicht. Engeland maakte oorspronkelijk nl. deel uit van  Pangea, een oercontinent waaruit later Azië, Afrika en Europa is ontstaan, terwijl Schotland heel lang geleden vastzat aan het Amerikaanse continent. Voor Schotten, die sterk hechten aan hun eigen identiteit, is daarmee het bewijs geleverd dat ze een heel andere oorsprong hebben dan Engelsen. Hun land is immers van over de Atlantische Oceaan komen aandrijven, terwijl Engeland niet meer is dan een afgebroken stukje continentaal Europa. Maar dat terzijde.

Voor het monsterverhaal is van belang dat het noorden van Schotland miljoenen jaren geleden botste op Zuid-Schotland. Het meer van Loch Ness is de plek waar beide aardschollen op elkaar zijn gebotst. In feite is het dus een restant van geologische gebeurtenissen die miljoenen jaren geleden hebben plaatsgevonden. De bergen van Schotland zijn ook bij die botsing ontstaan; de beide aardplaten die bij die aanvaring betrokken waren, zorgden voor flinke rimpelingen in het landschap. Dat is vergelijkbaar met het ontstaan van het Himalayagebergte tussen India en China; ook daar botsten twee aardplaten met geweld op elkaar.
Het meer van Loch Ness is daarom in feite een afgesloten gedeelte van de Atlantische oceaan. Een bewijs voor die stelling is dat er maritieme levensvoorkomen in het meer voorkomen, die je normaal gesproken niet in zo'n bergmeer zou verwachten, maar wel normaal zijn voor de oceaan. Zelfs voor het leven op grote diepte in Loch Ness gaat dit op. Er hebben zich nog kleine planten en dieren kunnen handhaven sinds de laatste IJstijd, zoals er in de Schotse bergen nog steeds poolhazen voorkomen. Een opgezette poolhaas kwam ik tegen in een tentoonstelling bij Balmoral Castle, dat we eergisteren hebben bezocht toen we op doorreis waren van St. Andrews naar Loch Ness. Het staat dus buiten kijf dat sommige planten en dieren zich hier hebben kunnen handhaven die ófwel niet helemaal passen bij de flora en fauna van dit gebied, maar wel elders voorkomen (bv. poolhazen), ófwel elders zijn uitgestorven, zoals sommige plantjes en diertjes die leven op de bodem van het meer.

Dat opent interessante perspectieven, want stel je voor... dat zich hier ook dinosaurussen konden handhaven? In de verschillende zalen van de expositie probeert men daar antwoord op te geven. Duidelijk is in elk geval wel dat de voorwaarden voor het voorkomen van exotische levensvormen hier voorhanden zijn.
Eén zaal is gewijd aan ooggetuigeverslagen. Meer dan duizend mensen, zo wordt verteld, zweren bij hoog en bij laag dat ze Nessie hebben gezien. Dat wil zeggen: er zijn verschillende typen verslagen. Bewoners van dit gebied geloven dat er zich een ongewoon grote vis in het meer bevindt, maar bezoekers van verder weg beschrijven vaker een plesiosaurus-achtig monster. De schattingen van de grootte van het beest lopen uiteen, maar meestal schat men de lengte ervan op 15-20 voet, wat overeenkomt met een lengte van maximaal 6 meter. Voor een plesiosaurus lijkt me dat nogal weinig, want bij een dergelijk monster denk je toch al gauw aan een dinosaurus die zo lang is als een flinke touringcar.

Ook onder water heeft men naar het monster gezocht. Dat gebeurde o.a. met sonar, maar ook met apparatuur die onderwateropnamen maakte van de bodem van het meer. Onderzoek van de bodem wees uit dat er voor monsters ter grootte van een plesiosaurus veel te weinig voedsel is. Ook is de watertemperatuur op de bodem veel te laag om het leven er voor een reuzenreptiel draaglijk te maken. Daar staat tegenover dat sommige authentieke monsterfoto's zó duidelijk en zó karakteristiek zijn voor een monsterlijk, plesiosaurusachtig wezen, dat je je moeilijk aan de indruk kunt onttrekken dat er meer waar is van dit verhaal dan de meeste wetenschappers aannemen. Sommige sonaropnamen laten verder een dinosaurusachtig  wezen zien dat zich onder wat voortbeweegt.

In de laatste zaal van de expositie wordt dan ook geconcludeerd: "Whatever may be true, the mystery remains". Zelf geloof ik, net als de Schotten die rondom het meer wonen, dat er wat grotere vissen dan normaal in het meer zwemmen. Maar de grootste vissen die hier gevangen worden, vangt men aan wal. Dat zijn de ponden die de plaatselijke bevolking vangt van de vele toeristen die hier jaarlijks hun vakantie komen doorbrengen, of - zoals wij - hier een paar dagen blijven hangen. Ik gun de sympathieke Schotten die bijverdienste van harte, ook al verdienen ze hun geld hier met de verkoop van gebakken lucht. Nessie leeft, ook al is dat meer als mythe dan als een overblijfsel uit het Krijt.    

Op zoek naar het monster van Loch Ness

Dit is een a. plesiosaurus, b.olifant. Onder de goede inzenders wordt een zilveren theelepeltje verloot.

Gisteren, de 22e juli, zijn we vanuit St. Andrews aan de oostkust van Schotland naar Fort Augustus gereden. Dit plaatsje ligt aan de zuidpunt van Loch Ness. Vanuit onze hotelkamer hebben we een schitterend uitzicht op dit meer, dat zeker 50 km lang is maar op z'n hoogst 3 kilometer breed. Het is een wat eigenaardig gezicht om het water aan de oppervlakte onophoudelijk naar het zuiden te zien stromen en wel met zo'n snelheid dat er voortdurend golfjes worden gevormd. Misschien is dat wel de reden waarom sommige mensen menen dat ze een monster uit het wateroppervlak hebben zien opduiken. Sommigen hebben geopperd dat allerlei prehistorische levensvormen, bv. dinosauriërs, zich in het meer hebben kunnen handhaven omdat het water ervan niet in verbinding staat met de open zee. Een wat vreemde conclusie, want voor een reptiel – laat staan een dinosauriër – is het meerwater veel te koud. Ik kan me niet voorstellen dat een plesiosaurus – een monster dat je het best kunt omschrijven als een reuzenschildpad waar ze een slang doorheen getrokken hebben – zich 65 miljoen jaar heeft kunnen handhaven in een meer met een temperatuur van hooguit 10 graden. Maar voor gelovigen is alles mogelijk, zullen we maar zeggen.

Het centrum van de monstercultus is het plaatsje Drumnadochit, halverwege de noordelijke oever van Loch Ness, precies tussen Inverness en Fort Augustus in. Hier vind je ook een centrum waar alle informatie over het monster te krijgen is die je maar wilt hebben. Je kunt er bv. naar filmpjes en foto's kijken waarop iets monsterlijks te zien is dat zich over het wateroppervlak beweegt. Natuurlijk worden er voor de echte monsteradepten ook boottochtjes over het meer georganiseerd. Daarbij kun je het net zo spannend maken als je maar wilt. Voor de echte liefhebbers zijn er speedboten beschikbaar waarop je je met een noodgang over het meer kunt laten varen. Stom natuurlijk, want zelfs het kleinste kind weet dat je daarmee een monster de stuipen op het lijf jaagt. Wie in een wat aangenamer tempo het meer wil verkennen, kan aan boord gaan van één van de vele rondvaartboten die over het meer tuffen.

Dat de confrontatie met het monster niet zonder risico's is, hebben we gisteravond kunnen vaststellen. Een verroeste, flink uit de kluiten gewassen vissersboot lag scheefgezakt langs de oever. Het was net een spookschip dat trouwens wel een mooi plaatje vormde samen met de achtergrond van de glooiende, beboste hellingen van de zuidelijke oever.

Eigenaardig toch dat er een hele toeristenindustrie is verrezen rondom een mythe, een gebakken ballon vol lucht. Allerlei hotels drijven op deze cultus, terwijl de Schotten er zelf nauwelijks in geloven. Twee keer ben ik er tegen mensen uit de buurt over begonnen, maar op mij maakten ze hierover een – op z'n zachtst gezegd – nogal gereserveerde indruk. Ze willen de enthousiaste toerist niet bij voorbaat ontmoedigen, maar het gaat beslist te ver om te zeggen dat ze het geloof erin willen aanwakkeren.

Vanmiddag gaan we naar Drumnadochit, het centrum van de monstercultus. Voor alle zekerheid heb ik een verrekijker in de aanslag op onze hotelkamer. Mocht er iets bijzonders gebeuren, dan zal ik het onmiddellijk melden. Ik houd jullie op de hoogte van de ontwikkelingen!

dinsdag 19 juli 2011

Schotlands meest geheime bunker

Het militaire commandocentrum van de geheime bunker

Vandaag bezochten we tijdens onze vakantie in Schotland de commandobunker die in de Koude Oorlog werd gebruikt om bij een nucleaire aanval alle militaire en regeringszaken vanuit Schotland te regelen. Van buiten ziet de ingang eruit als een gewone boerderij. Niets bijzonders, zou je zeggen, gewoon een agrarisch optrekje zoals je overal om je heen ziet in het glooiende landschap tussen St. Andrews en Anstruther. Maar als je die boerderij binnen gaat, kom je in een toeristisch winkeltje terecht waar je toegangskaartjes kunt kopen voor een reusachtig ondergronds bunkercomplex. Van daaruit kon het noordelijke deel van Groot-Brittannië worden bestuurd als het Warschaupact het Westen met kernwapens zou aanvallen.

Je komt het complex binnen via een meer dan honderd meter lange gang, spookachtig door groene neonbuizen verlicht, die je steeds dieper naar beneden voert. Af en toe passeer je daarbij massieve stalen deuren. Kort nadat je een wachthokje met een paar MP's gepasseerd bent, kom je het eigenlijke complex binnen. Wat je vervolgens te zien krijgt, voldoet ruimschoots aan je verwachtingen. Zo'n 30 meter onder de grond wandel je een compleet onderaards dorp binnen, opgebouwd uit twee lagen.

In de bovenste laag bevinden zich de slaapzalen voor de gewone soldaten en voor officieren, evenals vertrekken waarin de kracht van de nucleaire explosies aan de oppervlakte kon worden gemeten. Verder is er o.a. een kapel voor het houden van uitvaartdiensten en een medische onderzoekskamer waarin stralingsslachtoffers konden worden onderzocht. Ik neem aan dat het hier om hoge officieren en leden van de regering ging, want als gewone burger kwam je het complex echt niet in. Ook kon je vertrekken bekijken waarin de generatoren stonden voor het complex als geheel en voor de zendinstallatie. Als je land met atoombommen wordt aangevallen, wil de minister-president graag duidelijk maken dat de situatie volledig onder contrôle is.  Dat geeft een wat geruster gevoel.

De tijd van de Koude Oorlog komt wel erg dichtbij als je een paar bioscoopzaaltjes in loopt waar films worden vertoond met nageschminkte 'slachtoffers' van een kernaanval. De bedoeling ervan was om de bevolking voor te bereiden op de gevolgen van een nucleaire aanval. Half verbrande een verminkte mensen staren je met holle ogen aan, terwijl de commentaarstem instructies geeft aan medisch personeel hoe je dergelijke verwondingen moet behandelen.

In de onderste laag van de bunker bevinden zich de vertrekken voor de militaire staf, de regeringsleiders en hun directe ondergeschikten. Ook zijn daar vertrekken ingericht voor verbindingsofficieren, secretaresses en luchtvaartpersoneel van de Royal Air Force. Hele batterijen radarschermen staan er in zwakverlichte kamers opgesteld. Daarnaast bevindt zich de militaire commandocentrale. Er is zelfs een zaaltje waar je veel geweren, raketten en granaten kunt bekijken die in de vijftiger en zestiger jaren door de landen van de NAVO werden gebruikt.

Natuurlijk valt er naar goed Brits gebruik ook iets absurds te beleven. In de bunker komen veel muizen voor. Daar heeft men een originele oplossing voor bedacht: ze hebben een Perzische kat in het onderaardse gangenstelsel losgelaten. Er zijn zelfs op verschillende plaatsen katteluikjes aangebracht. Daardoor kan het beest zelfs zaaltjes in komen waar je als bezoekers geen toegang hebt. We zagen hem vlak voor onze neus een officiersmess binnenglippen waarvan de deur op slot zat. Vlak bij de ingang van de bunker hebben ze zelfs een plaquette voor hem opgehangen:  "Dit is Cleo, in deze tijd de enige bewoner van Schotlands geheime bunker. Niet voederen; hij vindt hier voedsel in overvloed. Dank u".  

  

vrijdag 15 juli 2011

Wat hebben de Maya’s voorspeld voor 2012? - Naschrift


De voorspellingen van de Mayakalender rammelen nogal. In feite beweren ze geen dingen die we nog niet wisten. Deels spreken ze elkaar tegen, en voor zover ze elkaar bevestigen blijven ze steken in algemeenheden. Vandaar mijn conclusie: "Het is Al Gore met een spiritueel sausje". Dat klinkt heel ontnuchterend, maar het bestuderen van die profetieën laat geen andere conclusie toe.

In 2012 zal de wereld niet vergaan. Ook vind ik de veel gehoorde kreet dat we dan opeens de vijfde dimensie binnenzweven nogal wazig. Wat bedoelen ze daarmee? Als je daarnaar vraagt, krijg je van New Age-sprekers alleen maar wazige antwoorden te horen. Daar kan ik niks mee. Maar laat ik zeggen wat ik wél geloof.
  • Ik geloof dat er wel degelijk grote veranderingen komen op aarde, maar niet in 2012! Ik vind het echt onvoorstelbaar dat veel mensen hun verwachting van een nieuwe aarde ophangen aan dat 2012-verhaal. Hoe vaak is het einde van de wereld wel niet voorspeld? Hoe vaak is dat uitgekomen? Bij mijn weten nog niet één keer. In die zin vind ik de Mayakalender net een soort Enkhuizer Almanak, maar dan niet voor schippers, maar voor het dartele elfjesbos van New Age.    
  • Ik geloof dat het nog een tijdje kan duren, maar dat er uiterlijk over enkele decennia rampen zullen plaats vinden. De mensheid draait zich vast in het materialisme, dat een uiting is van geestelijke blindheid. Het besef van een geestelijke wereld en van het voortbestaan van de menselijke geest na de fysieke dood begint steeds meer te verdwijnen. Daarmee hangt een steeds sterkere concentratie samen op dít leven en op al het materiële. Die zorg en aandacht zijn op zichzelf niet verkeerd, maar ze worden niet meer gedragen door het besef van een geestelijke wereld die dit bestaan overstijgt en de eigenlijke oorsprong en eindbestemming van de mensheid is. En omdat het peil van het morele handelen invloed heeft op gebeurtenissen in de kosmos, roept deze exclusieve, zelfzuchtige aandacht voor de materie en de daarmee samenhangende uitbuiting van de aarde en haar biosfeer rampen op die men niet meer kan controleren. Die rampen hebben waarschijnlijk een plaatselijk karakter.
  • Ik geloof in een nieuwe wereld, maar dan niet door een complete vernietiging van de aarde, maar doordat de mensheid door schade en schande wijs wordt. Ecologische rampen zijn op den duur niet meer te vermijden. Daardoor zal dát deel van de mensheid, dat rijp is voor een liefdevolle, geestelijke ontwikkeling, niet meegezogen worden in de golf van geestelijke blindheid, plat egoïsme en materialisme die steeds meer greep krijgt op het wereldgebeuren.
  • Ik geloof in een goede geestelijke wereld die ons helpt, die ieder mens helpt die oprecht vraagt om hulp en om raad, waar en wanneer we dat nodig hebben.
  • Ik geloof in een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, maar we zullen daar zelf voor aan het werk moeten, want het wordt ons niet cadeau gegeven. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde komen er, maar alleen als we ook zelf de handen uit de mouwen steken. Voor zover we als mens tekort schieten maar wel van goede wil zijn, wordt het ontbrekende ons geschonken.

dinsdag 12 juli 2011

Wat hebben de Maya’s voorspeld voor 2012? – Deel 2


In de profetieën van de Maya’s wordt de mensheid gewezen op de noodzaak om zich af te keren van het materialisme en weer te gaan leven volgens natuurlijke ritmes. Dat wordt bevorderd door het invoeren van een kalender van 13 maanden van elk 28 dagen. Die periode van 28 dagen is gelijk aan de periode waarin de maan één maal om de aarde draait. We krijgen dan een jaar van 364 gewone dagen, plus nog een dag om ons te bezinnen. Volgens de Maya’s is dit veel natuurlijker en worden we dan minder gejaagd. Toch vraag ik me dat af. Worden we nu echt minder gestresst door een ander aantal maanden? Wie gelooft dat nou? We zullen alleen nieuwe kalenders en agenda’s moeten kopen.

De Maya-oproep om ons gedrag te veranderen valt niet goed te rijmen met een andere voorspelling, nl. de profetie over de vernietiging van de aarde. Wat heeft het immers voor zin om onze houding tegenover de natuur te veranderen als we toch naar de bliksem gaan? De voorspelling hierover gaat a.v.:

“In de laatste dagen van tegenspoed (…) zal het einde van de wereld komen en zal de katun van onze vaderen hoog opstijgen”.

De katun is een periode van 20 jaar. Hier wordt de periode van 20 jaar tot 2012 bedoeld, incl. alle gebeurtenissen die zich daarin voordoen. In de cyclische gedachtengang van de Maya’s herhalen zich in elk tijdvak dezelfde patronen. De tijd waarin we nu leven wordt gekenmerkt door ‘de triomf van het materialisme’ en ‘de transformatie van de materie’. Dat laatste betekent dat ons nog een aantal natuurrampen te wachten staan.  Wat voor rampen kunnen dat zijn?

In het boek dat ik kocht orakelt men over aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, overstromingen en inslagen van kometen of asteroïden. Nu zijn aardbevingen en overstromingen lastig te voorspellen. Zware inslagen kunnen we gelukkig vaak zien aankomen. De omgeving van de aarde wordt nl. voortdurend in de gaten gehouden in het kader van het onderzoek naar NEO’s, ‘near earth objects’. Van alle objecten die dicht in de buurt van de aarde kunnen komen, worden lijsten opgesteld. Daarbij gaat het meestal om kometen of asteroïden die de aarde rakelings kunnen passeren. Toch kan er onverwacht een groot object op ons afstormen uit de buitengebieden van ons zonnestelsel. Als zo’n knaap enkele kilometers groot is, ziet men hem gelukkig vaak al maanden van tevoren, zodat er maatregelen kunnen worden genomen. 

Ik heb de site van de NASA over NEO’s bekeken. Voor 2012 wordt géén dichte passage van een komeet of asteroïde voorspeld. Het enige wat in de buurt komt is een passage van de asteroïde Toutatis. Geschat wordt dat hij passeert op een afstand van 6 miljoen kilometer; geen enkel probleem dus. Het wordt pas gevaarlijk als een asteroïde ons passeert op een afstand die kleiner is dan de afstand tot de maan (384.000 km.)

De profetieën van de Maya’s gaan vooral over een verandering van ons bewustzijn en een andere, meer natuurlijke manier van leven. Daar zit wel wat in. Maar in feite is dat niets nieuws. Nieuw is alleen dat New Age deze oproep nu baseert op een kalender van een Midden-Amerikaans volk. Problematisch is daarbij dat er misschien ook nog rekenfouten zijn gemaakt bij de bepaling van de datum. Misschien loopt de kalender van de Maya’s pas af in 2200 of gebeurde dat al in 1998, zoals de astronoom Jean Meeus berekende.

Voor mij is die kalender een soort Al Gore met een spiritueel sausje. Dat we anders moeten gaan leven weten we al heel lang. Dat het vijf voor twaalf is weten we ook. Godzijdank hebben we desondanks de zekerheid dat 21 december 2012 een dag is als alle andere. Behalve dan in Stonehenge en andere New Age-centra. Een dag later mogen ze daar de slingers en bezemstelen weer opruimen. Geloof me, de aarde draait gewoon door. Alle einden der tijden hebben we immers overleefd. 

maandag 11 juli 2011

Wat hebben de Maya’s voorspeld voor 2012? – deel 1

Wordt het spannend in 2012?

Nog even en dan is het zo ver: het jaar 2012 breekt aan, het jaar waarin volgens sommigen de wereld op 21 december zal vergaan. Anderen houden het op een ‘transformatie’ van de aarde en de mensheid of geloven dat we de vijfde dimensie zullen binnenzoeven. We moeten immers opschakelen naar een hoger trillingsgetal, dit kan zo niet doorgaan allemaal. Een minderheid gelooft zelfs dat we door een vlootje aliens zullen worden gered, nog nèt voordat we op het fatale rode knopje hebben kunnen drukken. Allemaal meningen, standpunten en voorspellingen. Maar wat geloofden de Maya’s nu zelf? En wat wil dat eigenlijk zeggen: ‘de kalender van de Maya’s loopt af?’.  Moeten we een bomvrije kelder aanleggen? Is er nog hoop?

In het boek “De Maya-voorspellingen voor 2012”, dat ik uit nieuwsgierigheid kocht, komen allerlei profetieën van dit volk aan bod. Zo veel voorspellingen zijn er trouwens niet meer overgebleven, want op 6 profetieën na zijn alle boeken hierover ten prooi gevallen aan de culturele genocide van de Spanjaarden. Geen wonder, want zij beschouwden de Maya-goden als duivels. Op hen rustte dan ook de schone taak om die jungle-indianen van hun demonen (en natuurlijk ook van hun goud) te beroven. Ondanks al dat sloopwerk is sinds de Spaanse inval een Maya-traditie in stand gebleven, waardoor er ook priesterlijke teksten zijn uit latere tijd.
De Maya’s bevolkten globaal het gebied dat nu Guatemala, Z.O.-Mexico en het schiereiland Yucatan beslaat. Hun bloeitijd beleefden zij van de 2e tot de 9e eeuw. Ze bouwden een indrukwekkende serie paleizen en piramidevormige tempels, die na hun raadselachtige verdwijning aan het eind van de 9e eeuw overwoekerd raakten; pas een eeuw later bloeide hun cultuur weer op. Dat is vreemd voor een volk waarin profetieën centraal stonden. Ze leefden nauw verbonden met natuurlijke en kosmische ritmes en geloofden dat de geschiedenis – net als de natuur – cyclisch verloopt: gebeurtenissen herhalen zich volgens hen als we op hetzelfde punt in een cyclus zijn beland.
Nu omspanden die cycli zowel heel korte, middellange als extreem lange perioden, afhankelijk van het gebruik dat men ervan wilde maken, bv. voor de landbouw of de religie. De langste kalender of cyclus die zij kenden was gebaseerd op de ‘precessie’. Gedurende 25.800 jaar maakt de aardas nl. een tollende beweging in de ruimte. Daardoor verschuiven de hemelpolen heel langzaam en worden telkens andere sterren de ‘poolster’. Door de sterrenhemel nauwkeurig waar te nemen ontdekten de Maya’s deze precessie.
Die periode van 25.800 jaar verdeelden zij in vijf ‘wereldtijdperken’ of ‘Zonnen’ van elk iets meer dan 5.000 jaar. Volgens deze kalender bevinden we ons nu aan het einde van het vijfde wereldtijdperk; onze tijd wordt gekenmerkt doordat de mens door een materialistische levensstijl zijn band met de natuur kwijtraakt. Op 21 december 2012 loopt deze periode af. De overgang naar een nieuw tijdperk wordt volgens de Maya’s gemarkeerd door allerlei rampen, bv. oorlogen en natuurcatastrofes. Laten we eens kijken wat de teksten voorspellen:
“Het aardoppervlak zal bewegen. Hoe kunnen de mensen zich beschermen, zo verstoord midden op de aarde (…) Volgens de voortekenen boven de aarde en de profetieën zullen de verstoringen van ons land zich uiteindelijk terugtrekken.”

Dat wijst op aardbevingen. Maar er is geen directe relatie met de datum 21 december 2012. Maya-priesters uit onze tijd benadrukken dat deze voorspellingen een proces beschrijven, niet een eenmalige gebeurtenis. Voorspellingen van New Age-goeroes over een plotselinge en totale vernietiging van de aarde zijn volgens hen het gevolg van een gebrekkig begrip van de Maya-kalender. Wat er volgens hen aan de hand is, is een ecologische ramp die ontstaat door uitbuiting van de natuurlijke grondstoffen en door het overheersende materialisme van de mensheid.
Een heel belangrijk element in deze profetieën is de terugkeer van het opperwezen Quetzalcoatl (de gevederde slang) of Kukulkan. Het was dit geloof in de terugkeer van Quetzalcoatl dat ervoor zorgde dat Cortez zich in 1519 voor hun hoofdgod kon uitgeven, want de Maya’s meenden dat hun oppergod als een blanke man uit het oosten zou terugkeren. Volgens de profetieën keert deze god in 2012 terug om de mensheid geestelijk verder te helpen. Die terugkeer hoeven we niet letterlijk op te vatten. Maya-priesters uit onze tijd geloven nl. dat de mensen zelf het karakter van het opperwezen zullen aannemen. Dat lijkt sterk op de voorspelde terugkeer van Christus die veel mensen in onze tijd verwachten.

We bevinden ons volgens de Maya’s dus vlak voor het begin van een nieuwe cyclus van 25.800 jaar en kunnen een aantal rampen verwachten. Graag wil ik in het volgende deel op een aantal specifieke voorspellingen ingaan. Wat zijn die profetieën waard als we ze vergelijken met onze tegenwoordige sterrenkundige kennis? Zijn ze reëel?

zondag 3 juli 2011

Bijna-dood-ervaringen en het mensbeeld in de medische wetenschap


"Een vooroordeel is moeilijker te splitsen dan een atoom". 

Deze uitspraak van Albert Einstein citeert Pim van Lommel in zijn boek "Eindeloos bewustzijn" om aan te geven hoe hardnekkig de wetenschappelijke wereld vasthoudt aan het idee dat het bewustzijn een product is van de hersenen. Door activiteit in de menselijke hersenen zou ons bewustzijn tot stand komen. Alsof ons lichaam niet meer is dan een machine.  


Voor de medische wetenschap heeft deze materialistische uitgangspositie enorme consequenties. Als men deze gedachte immers toepast, betekent dat ook dat het bewustzijn zou verdwijnen bij zgn. 'flatliners', d.w.z. mensen bij wie geen hersenactiviteit meer kan worden geregistreerd. Toch kan d.m.v. wetenschappelijk onderzoek naar BDE's worden aangetoond dat ook dan ervaringen mogelijk zijn. Sterker nog: onderzoek naar BDE's leert dat het menselijke bewustzijn bij afwezigheid van aantoonbare hersenactiviteit juist scherper, indringender en alomvattender is dan tijdens het normale waakbewustzijn ooit het geval is geweest. 

Het menselijke bewustzijn is dan niet meer aan tijd en plaats gebonden. Het verkrijgt daardoor vaak inzichten, die ver uitstijgen boven datgene, waar men zich tijdens het normale waakbewustzijn mee vertrouwd heeft gemaakt. Ook ervaart men de continuïteit tussen leven en dood: het bewustzijn houdt na de dood niet op. Bovendien beseft men, dat alles met alles verbonden is en dat alles wat je doet of 'uitzendt', vroeg of laat vanuit je omgeving bij jezelf terugkeert. 

Het mensbeeld dat op die manier wordt verkregen, verschilt hemelsbreed van het traditionele medische model. Meestal wordt in de medische wetenschap aangenomen dat het bewustzijn een manifestatie of product is van de hersenactiviteit. En het is juist dat vooroordeel - meer is het immers niet - dat in de bewoordingen van Einstein "moeilijker te splitsen is dan een atoom". 

Wat voor consequenties heeft dit mensbeeld nu voor de medische wetenschap en ethiek? Wat voor gevolgen zou het bv. ook kunnen hebben voor de psychiatrie en de psycho-geriatrie? 
Als men eenmaal het traditionele concept ('het bewustzijn is een product van de hersenen') heeft losgelaten, gaat men wezenlijk anders aankijken tegen vraagstukken van leven en dood. Het besef dat het bewustzijn met de dood niet ophoudt, zorgt ervoor dat men het leven minder verkrampt probeert te rekken. De biologische dood maakt immers geen einde aan het bewustzijn, maar verandert alleen de condities waarbinnen de menselijke geest de wereld waarneemt. 

Tegelijkertijd zorgt het ervoor dat men minder snel euthanasie zal toepassen. Men hoeft dan immers niet meer zo geweldig bang te zijn voor alle processen die met sterven en de dood te maken hebben. Daardoor ontstaat ook het besef dat men de natuurlijke processen zo veel mogelijk zijn gang moet laten gaan. 

Voor de psychiatrie lijken de consequenties me verstrekkend. Als het menselijke bewustzijn immers wel gebruik maakt van de hersenen, maar daar niet van afhankelijk is, is het wel mogelijk om het bewustzijn tijdelijk met psychofarmaca te beïnvloeden, maar het verandert de mens zelf in feite niet, omdat de menselijke geest er niet door wordt bereikt of veranderd. Hooguit kun je de menselijke geest beperken in zijn mogelijkheden om de hersenen te gebruiken als instrument om zich te manifesteren en te uiten. Anders gezegd: je dempt het bewustzijn van iemand kunstmatig af, maar de persoon zelf verandert er niet door. 

Daaruit mag de conclusie worden getrokken dat de behandeling met psychofarmaca geen echte behandeling is. Dat je iemand met psychofarmaca werkelijk zou kunnen genezen, is gewoon een illusie. Ik durf die stelling wel aan. Mede door het feit dat psychofarmaca vaak gigantisch veel bijwerkingen vertonen (sommige ervan zetten zelfs aan tot suïcide, zoals bij SSRI's is aangetoond) en bij langdurig gebruik het leven kunnen bekorten (intoxicatie, hartfalen e.d.) lijken ze me eerder kwaad te doen dan goed. 

Ik denk dat de consequenties in feite nog véél verder gaan dan deze korte opsomming laat zien. Het loslaten van het wetenschappelijke axioma dat het bewustzijn van de mens zou eindigen met de dood, zal onze hele manier van denken en wetenschap bedrijven grondig veranderen - waarschijnlijk even grondig als de publicatie van "De revolutionibus orbium coelestium" van Copernicus, waarmee hij aantoonde dat de planeten om de zon draaien en niet andersom. In plaats van ons blind te staren op dit ene fysieke leven zullen we ontdekken dat het deel uitmaakt van een geheel dat veel groter is dan we ooit hadden kunnen vermoeden.