woensdag 6 oktober 2010

Een leven in dienst van het UFO-mysterie: prof. Allen Hynek


Het woord ‘UFO’ is een afkorting van Unidentified Flying Object. Meestal wordt ervan uitgegaan dat het een ruimteschip van een andere wereld is. Toch klopt dat strikt genomen niet. Die term betekent alleen maar dat men zoiets niet in een bekende categorie vliegende voorwerpen kan onderbrengen. Het zijn dus geen luchtballonnen, satellieten, vliegtuigen, sterren of kometen, maar iets anders. De term ‘UFO’ doet geen uitspraak over de vraag wat ze dan wél zijn.

Over UFO’s zijn verschillende goede boeken geschreven. Eén van de beste die ik erover gelezen heb is “The UFO Experience”. Dat boek is geschreven door een professor in de astronomie, Allen Hynek. Van 1947 tot 1969 was hij als sterrenkundig adviseur betrokken bij drie projecten van de U.S. Air Force die duidelijkheid moesten scheppen over de vraag wat UFO’s waren. Ook wilde men weten of ze een gevaar vormden voor de V.S. Het bekendste van die drie onderzoeksprojecten was Project Blue Book, dat in 1969 werd afgesloten.

Het project Blue Book leverde een eindverslag op waar sommige onderzoekers zich om uiteenlopende redenen niet in konden vinden. Ook Hynek had er grote moeite mee. Verschillende authentieke UFO-rapporten – waarnemingen die beslist niet konden worden geclassificeerd als weerballonnen, meteoren, de planeet Venus, reflectie van wolken etc. – werden in het eindverslag zonder veel omhaal als onbetekenend en niet-authentiek afgedaan. In feite was Hynek al veel langer ontevreden met de gang van zaken rondom het Project Blue Book, maar pas na de publicatie van dat eindverslag durfde hij zijn mening openlijker te uit te spreken.

Uit onvrede over de onderzoeken die door de overheid werden uitgevoerd richtte hij in 1973 zijn eigen instituut op, “The Center for UFO studies”. Veel gevallen, die in het Project Blue Book onvoldoende waren onderzocht, onderzocht hij opnieuw, maar nu veel grondiger. Op basis van zijn onderzoek stelde hij een lijst op van drie categorieën UFO-waarnemingen:
1. Een waarneming van één of meer ongeïdentificeerde voorwerpen;
2. Een waarneming van één of meer UFO’s waarbij er ook sprake is van fysieke effecten, zoals afgifte van warmte of straling, stroomstoringen, sporen op de bodem etc.;
3. Waarnemingen van UFO’s waarbij ook inzittenden worden gezien.

De titel van de Spielberg-film “Close encounters” is afgeleid van deze derde categorie UFO-waarnemingen. Allen Hynek was adviseur van Steven Spielberg toen deze het script voor zijn kaskraker uitwerkte. Hynek genoot daarvan. Toch heeft hij altijd volgehouden dat het idee dat UFO’s ruimteschepen zijn van andere planeten niet meer is dan een hypothese. Om zijn wetenschappelijke reputatie niet te schaden liet hij die buitenaardse mogelijkheid open, maar nooit heeft hij zich klip en klaar daarvoor uitgesproken.

Uit de UFO-literatuur van Hynek zijn veel gevallen bekend van landingen waarbij ook wezens zijn gezien in of rondom hun ruimteschip. Eén van de beroemdste landingen is die van 1957 in Papoea Nieuw Guinea. Hierbij werden door heel veel ooggetuigen, waaronder verschillende leden van een missiepost van de Anglicaanse kerk, vier kleine mensachtige wezens gezien. Kennelijk werkten ze aan iets op het dek van het ruimteschip. Hynek onderzocht dit voorval heel grondig. Hij kon na afloop slechts concluderen dat de meldingen uit 1957 authentiek waren en dat er inderdaad een UFO was geland waarbij 25 mensen ufonauten hadden waargenomen.

In sommige gevallen hebben de mensen, die contact hebben gehad met buitenaardsen, vervelende ervaringen opgedaan. Dat zijn de ‘abductie-gevallen’, waarbij één of meer personen door buitenaardsen werden ontvoerd. Vaak gaat het daarbij om buitenaardsen van het type ‘greys’, kleine mensachtige wezentjes met een relatief groot hoofd zonder mond maar mét twee grote pupilloze ogen. Opvallend bij deze abductiegevallen is, dat veel mensen zich deze ontvoeringen pas onder hypnose kunnen herinneren.

Een beroemd voorval in deze categorie is de ontvoering van Betty en Barney Hill, die in september 1961 plaats vond in New Hampshire. Onder hypnose vertelden ze allerlei details over een ontvoering door mensachtige wezens, waarbij ze aan boord van een UFO werden onderworpen aan medische experimenten. Hynek onderzocht dit voorval uitvoerig. Zo liet hij het echtpaar onder hypnose brengen en stelde hen allerlei vragen over hun ervaringen met de inzittenden van het voertuig. Naar zijn oordeel waren Betty en Barney betrouwbare ooggetuigen; hij bestempelde dit voorval dan ook als authentiek.

Prof. Hynek overleed in 1986. Tijdens de laatste periode van zijn leven begon hij zich steeds meer af te zetten tegen de buitenaardse hypothese. Het idee dat buitenaardse beschavingen hier alleen maar kwamen om de stroom te laten uitvallen, vreemde capriolen in de lucht uit te halen en mensen schrik aan te jagen, stond hem tegen. Dat maakte hem in de kringen van UFO-fanaten natuurlijk niet geliefd.
Het door hem opgerichte “Center for UFO Studies” bestaat nog steeds. UFO-verslagen worden er ook nu nog volgens de richtlijnen van Hynek geanalyseerd. We mogen gerust stellen dat zijn werk een doorbraak heeft betekend in het onderzoek naar UFO’s. De studie van dit verschijnsel is er in elk geval geloofwaardiger en respectabeler door geworden. Op dat gebied heeft deze verlegen, maar ook moedige wetenschapper zijn sporen meer dan verdiend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten