dinsdag 27 september 2011

De zweedse band, een martelwerktuig in de zorg

 
 
In augustus 1988 kreeg ik te horen dat mijn vader, die een paar maanden daarvoor was opgenomen in een Groninger verpleeghuis, een hersenbloeding had gehad. Hij was daarom overgeplaatst naar een afdeling voor bewoners die extra zorg nodig hadden. Vol bange vermoedens ging ik na dat bericht samen met mijn moeder en mijn broer bij hem op bezoek. Bij binnenkomst schrok ik: de man die vroeger zo veel zelfvertrouwen uitstraalde en jarenlang een accountantskantoor had geleid, zat als een zielig hoopje mens op zijn stoel. Maar het was niet alleen zijn ingezakte houding die me opviel: er zat een riem strak om zijn middel die met twee bandjes was vastgebonden aan de rugleuning. Hij kon geen kant op.

Het was zondagmiddag en omdat we een eindje met hem wilden wandelen probeerde ik die band los te maken, maar ik zag nergens een gesp of drukknop. Er zat alleen een slotje op; de bijpassende sleutel was nergens te bekennen. Op dat moment realiseerde ik me met een schok dat het personeel hem strak op zijn stoel had vastgebonden zodat men even niet naar hem hoefde om te kijken. In het zaaltje zaten nl. wel meer bewoners, maar er was niemand van het personeel aanwezig.   
Woedend beende ik daarop naar het kantoortje waar ik een paar broeders had zien zitten. Ik eiste dat ze hem onmiddellijk los zouden maken. Ze keken me aan alsof ze zich gestoord voelden in hun gesprek over de vakanties. Pas na ruim een kwartier, toen ik voor een tweede keer had geëist dat ze hem zouden bevrijden, maakten ze de band om zijn middel los en konden we de afdeling af.

Zelden ben ik zo boos geweest als toen. Als ik me niet had ingehouden, had ik die vent dwars door de ruiten geramd, vooral omdat het vastbinden van mijn vader voor hem kennelijk niet meer was dan een technische, routinematige handeling, zoals je een hond vastbindt aan een fietsenrek omdat je even boodschappen moet doen bij de Albert Heijn.
Later besefte ik dat ik voor het eerst had kennis gemaakt met het fixeren van ouderen in de zorg, en wel met de beruchte ‘zweedse band’, een riem die strak om het middel van een bewoner wordt bevestigd en met twee bandjes wordt vastgebonden aan de stoel. De officiële reden om iemand zo barbaars vast te binden luidt, dat men daarmee hoopt te voorkomen dat ouderen tijdens het lopen een smak maken en daarbij hun heup breken. In feite zou dit middel dus voor veiligheid moeten zorgen. Maar uit onderzoek is al verschillende keren gebleken dat het averechts werkt. Veel mensen die strak met zo’n band worden vastgebonden raken in paniek of voelen zich vernederd. Ze zijn immers volkomen afhankelijk geworden van het personeel en kunnen niet zelf bepalen wanneer ze bv. naar het toilet mogen gaan. Ook raken hun spieren verslapt doordat ze nauwelijks beweging krijgen. Wanneer ze dan toch overeind komen en struikelen, zijn de gevolgen van zo’n val vaak veel ernstiger dan wanneer ze niet op hun stoel waren gefixeerd. Om die reden is het vastbinden van bejaarden met een zweedse band niet alleen een barbaarse, maar ook een contraproductieve maatregel. 
Er vallen zelfs doden door deze methode. De bewoners vinden het vaak verschrikkelijk dat ze zitten vastgesnoerd op hun stoel en proberen los te komen. Daarom zakken ze onderuit. Het gevolg daarvan is dat de zweedse band op den duur om hun hals komt te hangen. Maar omdat ze de band niet zelf los kunnen maken, worden ze langzaam maar zeker in dit martelwerktuig gewurgd. Als er onvoldoende toezicht is, kan zo’n martelpartij soms wel een half uur duren.

De zweedse band wordt ook gebruikt om bejaarden vast te binden op hun verpleeg- of ziekenhuisbed. Ook dan bestaat het gevaar dat degene, die ermee is gefixeerd, stikt als hij probeert om los te komen. Zo is het in 2008 maar liefst acht keer gebeurd dat een bejaarde overleed bij een poging om zich eruit te bevrijden. De slachtoffers blijven dan een tijdje aan die band naast hun bed hangen voordat ze er uiteindelijk in stikken. Dat dit gevaarlijke middel voor rust en veiligheid zou zorgen, zoals lang werd aangenomen, is dan ook een fabeltje.
Naar schatting wordt op dit moment nog zo’n 10% van de demente bejaarden in verpleeghuizen met dit middel gefixeerd. Dat is schandalig als je bedenkt dat men in de zorg had afgesproken dat het in 2011 afgelopen moest zijn met het gebruik van dit walgelijke middel. Veel verpleegkundigen en ziekenverzorgers schijnen er maar moeilijk afscheid van te kunnen nemen. Ik denk dan ook dat het de hoogste tijd wordt om dit martelwerktuig, dat nog stamt uit de oude, autoritaire psychiatrie, voorgoed uit te bannen . Er zijn immers veel betere alternatieven voorhanden om te voorkomen dat demente bejaarden vallen.

Dat is nu ook tot de verpleeghuissector doorgedrongen. In verschillende instellingen heeft men het fixeren volledig afgeschaft. Het laat zich raden dat men daar ook met veel minder psychofarmaca toe kan. Het fixeren zorgt nl. vaak voor meer onrust i.p.v. minder. Om die extra onrust te bestrijden wordt sufmakende medicatie toegediend. Zonder zweedse band heeft men die troep niet meer nodig. Dat levert een forse besparing op waar zelfs dit rechtse kabinet in deze tijd van bezuinigingen wel oren naar zal hebben.   

2 opmerkingen:

  1. Hallo Hindrik,

    Helaas komt ook mij dit heel bekend voor. Het betrof mijn moeder die dement was en ook in een verzorgingstehuis zat, overigens zat zij niet vastgebonden. Ondanks de toewijding van het verplegend personeel, ging er toch qua verzorging veel fout. Alles draait in de huidige maatschappij om efficientie en klantgerichtheid, althans dat wil men ons doen laten geloven, meestal gaat het om ordinaire besparingen en budgetten waarbij de top van organisatie's zichzelf vaak wel goed toebedelen. Het personeel op de werkvloer ( zo ook bij de zorg) moet het vaak met een minimumloon doen, of iets daarboven, maar draagt wel veel verantwoording en heeft daarbij ook nog eens te kampen met tijdgebrek, want alles moet sneller en goedkoper ( efficientie noemen we dat!) Ondanks het feit dat de medische wereld tegen bijna elke prijs probeert het leven van mensen te rekken, vergeten we blijkbaar dat de kwaliteit van het leven ook een rol dient te spelen. Of is het misschien zo dat zolang iemand nog consumeerd en koopt hij/zij nog interessant is voor de samenleving en zodra die persoon niet meer consumeerd, wordt afgedankt en aan de kant gezet? Je zou het bijna denken....
    Ik wens je veel sterkte en wijsheid toe Hindrik.

    Vriendelijk groetend, Paul jager

    BeantwoordenVerwijderen