Woensdag 19 juli. Het
druilt. Opvallend hoe vaak je hier te maken krijgt met korte, soms heel hevige
buien die meestal niet langer duren dan een half uur. Door een aantal van die
buien rijden we naar Uppsala, een oude universiteitsstad. Dicht bij het
hoofdstation vinden we een parkeergarage die luistert naar de naam Grimhild. Op
de één of andere manier doet die naam me denken aan de Nibelungensage, of
misschien wel aan de godenwereld van de Vikingen.
Uppsala heeft de naam dat
het een heel oude stad is – zelfs één van de alleroudste van heel Zweden – maar
het centrum doet uiterst modern aan. Doordat er een universiteit is gevestigd,
zie je heel veel jonge mensen door de straten flaneren. Overal staan restaurantjes,
eethuisjes en café’s. Steeds nauwer wordende straatjes duiden erop dat we het
oude stadshart naderen. Op een lage heuvel, pontificaal uittorenend boven de
omgeving, staat de kathedraal. In toeristische folders wordt dit aangeprezen
als één van de mooiste gebouwen van heel Zweden. Als we binnen lopen, blijkt
die omschrijving terecht. Hoewel dit een protestantse kerk is, doet de
inrichting, met zijn talloze beelden, nissen waar kaarsen worden gebrand,
schilderijen en kruiswegstaties, erg katholiek aan. ‘Silence please’ staat
overal op bordjes te lezen. Dat is erg effectief. Niemand durft zijn stem te
verheffen. Zachtjes schuifelen de toeristen door de kerk.
Met gepaste eerbied lopen we langs de nissen en komen
in het koor van de kerk terecht. Daar staan twee reusachtige tombes opgesteld
waarin de namen zijn gebeiteld van Gustav Aldolf II en zijn echtgenote. Rondom
zijn schilderijen te zien van de roemruchte veldslagen die deze oorlogszuchtige
koning in de 17e eeuw heeft geleverd. Nog altijd zijn de Zweden erg
trots op de periode tussen 1650 en 1810, toen het één van de machtigste landen
van Europa was. In die periode bezaten ze niet alleen heel Finland en een deel
van Noorwegen, maar ook Estland, Letland en enkele gebieden aan de Noord-Duitse
kust. Die macht is afgebrokkeld toen de Zweedse koning in 1808 en 1809 zo dom
was om een veldtocht te ondernemen tegen Rusland. Die oorlog verliep rampzalig
voor Zweden. Bij de vrede die daarop gesloten werd verloor het land al zijn
buitenlandse bezittingen en werd teruggeworpen op het kernland. Saillant detail
is dat de ontevreden Zweden daarna Bernadotte, een vroegere maarschalk van
Napoleon, tot koning uitriepen. Het huidige Zweedse vorstenhuis stamt nog
altijd van deze Franse legerbevelhebber af.
Vlak voor het verlaten van de kerk sta ik opeens oog in
oog met de graftombe van Emanuel Swedenborg, die hier omstreeks 1770 begraven
is. Dit kan eenvoudigweg geen toeval zijn en snel neem ik een paar foto’s van
zijn laatste rustplaats.
Tegenover de kathedraal staat het Gustavianum. Dat is
het gebouw waarin vroeger de universiteit van Uppsala gevestigd was. Bij een
grote brand in de 18e eeuw was het één van de weinige gebouwen die
gespaard zijn gebleven. Tegenwoordig doet het dienst als museum.
Na binnenkomst lopen we de afdeling met Egyptische
kunst binnen. In een ruime zaal staan de stukken opgesteld die een Zweedse
vorstin, die regelmatig reizen naar Egypte ondernam, in de negentiende eeuw aan
het museum heeft geschonken. Bijzonder
mooi zijn de ‘sjawabti’s’ die in verschillende vitrines staan opgesteld. Dat
zijn tien centimeter hoge beeldjes, opgeschilderd in groen en blauw, die
arbeiders moeten voorstellen die voor de overleden farao in het hiernamaals het
land moesten bewerken of hem als bediende terzijde moesten staan, zodat het de
overledene ook over de drempel van de dood aan niets zou ontbreken.
Indrukwekkend zijn een paar sarcofagen die verderop in
de zaal staan opgesteld. Er zijn zelfs mummies te zien die men uit het het hete
woestijnzand heeft opgedolven. Eén van de mummes doet me sterk denken aan het monster van Frankenstein, dat is geïnspireerd door de mummie van farao
Ramses II.
Op de hogere verdiepingen van het gebouw zijn
tentoonstellingen te zien van Griekse en Romeinse kunst, maar dat trok mij niet
zo erg. Interessanter is de expositie met gebruiksvoorwerpen – schilden,
zwaarden, helmen en speren – uit de Vikingtijd. Ook kun je daar de resten
bewonderen van Vikingschepen, waarmee de nog niet gekerstende Noormannen tussen
800 en 1000 Europa – zelfs tot diep in Rusland en het Byzantijnse Rijk –
onveilig maakten. In heel Scandinavië koketteert men nog steeds met die
beruchte periode.
Het hoofdgebouw van de universiteit van Uppsala
We sloten ons bezoek aan Uppsala af met een bezoek aan de universiteit en het kasteel – het ‘Slott’ – dat even buiten de stad op een heuvel ligt. In dit kasteel, dat in de winkelstraten en promenades van de stad al van verre zichtbaar is, werden eeuwen lang de Zweedse koningen gekroond. In een deel ervan is tegenwoordig een tentoonstelling te zien die gewijd is aan beroemde Zweden die zich met hart en ziel voor anderen en voor de wereldvrede hebben ingezet. Raoul Wallenberg is daarvan het bekendste voorbeeld. Als Zweedse ambassadeur in Hongarije wist hij duizenden Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog het leven te redden. Zijn eigen lot is echter nogal tragisch. Na de oorlog werd hij gevangen genomen door de Russen. Enkele jaren later stierf hij onder nooit opgehelderde omstandigheden in gevangenschap. Je mag ook gewoon zeggen dat hij is vermoord.
Dat laatste geldt ook voor Dag Hammarskjöld. In de
vijftiger was hij een succesvol secretaris-generaal van de Verenigde Naties.
Voortdurend was hij onderweg om allerlei brandhaarden in de wereld te sussen,
totdat het vliegtuig met hem aan boord onder verdachte omstandigheden
neerstortte. Kennelijk was hij té succesvol en schaadden zijn inspanningen de
interesses van bepaalde landen die voordeel hadden van het voortduren van
gewapende conflicten. Vaak worden in dit verband de Verenigde Staten genoemd,
al is nooit duidelijk geworden wie achter de aanslag op het vliegtuig zat. Het
is zelfs mogelijk dat het toestel door een technische storing of door een
verkeerde manoeuvre is neergestort.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten