vrijdag 28 oktober 2011

Schepping

 
 
Schepping

“Jij ging op weg als tastend licht
dat over de wateren zwierf:
glanzende kiem, geduldige vonk
waaruit de sterren zijn geboren.

Het melkwegstelsel streek jij aan
tot een flonkerend wiel van licht:
om elke ster, uit gas en stof verdicht,
schiep jij groene werelden
vol hunkerend, denkend leven.”

(Hendrik, 1983)

Traag kolkten donkere massa’s door de ruimte. Als ijle, inktzwarte wolken, lichtjaren diep, wentelden ze door het heelal. Nergens was er een plaatselijke verdichting, nergens flonkerde licht, nergens was er een sprankje leven te bekennen. Miljarden jaren dreven de massa’s zo rond, door geen mensenoog bekeken, door geen hand beroerd – vormloos, stuurloos, onbezield.
Vanuit deze onbezielde leegte, deze ongeordende duisternis, maakte zich een lichtje los – aarzelend nog, tastend, alsof het zocht naar houvast. Allengs werd het sterker, krachtiger, zelfbewuster. Toen het zich sterk genoeg voelde zond het een eerste puls uit die door de verten streek, een zwakke trilling, een vage gloed nog die over de donkere afgronden zweefde. Na deze eerste verkenning trok het zich peinzend in zijn punt van oorsprong terug.
Aeonen verstreken voordat het opnieuw naar buiten trad, krachtiger en zelfbewuster nu dan eerst. Het had de vorm aangenomen van een lans van licht die als een vuurtorenbundel de donkere wolken aftastte, doorboorde, bevoelde met zijn bewustzijn in een steeds versnellende, golvende beweging.  
Als antwoord op het pulserende licht gloeiden de nevels op. Ze klonterden samen, voegden zich aaneen tot steeds grotere massa’s. Behaaglijk koesterden ze zich in het licht vanuit de centrale bron. Tussen hen in ontstonden openingen, miljoenen lichtjaren diep
Traag begonnen de nevels daarop als reusachtige wielen rond te draaien, en in de spaken van die wielen gloeiden de eerste sterren op. Steeds meer sterren werden geboren, rij na rij, golf na golf, totdat er flonkerende netwerken waren ontstaan, lappendekens van lichtpuntjes die traag rondwentelden door de eindeloze wereldruimte. De eerste sterrenstelsels, roterende eilanden van licht, waren geboren. En rond een klein sterretje, geel van kleur, vormde zich een stofring die zich langzaam verdichtte tot een kleine, rotsachtige planeet. De aarde was geboren. 


1 opmerking:

  1. Wat een prachtig gedicht en schitterende tekst, Hendrik! Ik heb er kippenvel bij.

    BeantwoordenVerwijderen