In bijna elk land zijn wel politici te vinden die zo’n hekel
hebben aan buitenlanders dat hun politieke programma’s vooral zijn gebaseerd op
vreemdelingenhaat. Het idee hierachter is dat een land er wel bij vaart als het
‘van vreemde smetten vrij’ is. Meestal komt dat erop neer dat zo veel mogelijk
buitenlanders eruit moeten worden geschopt omdat zij verantwoordelijk zouden
zijn voor alle maatschappelijke onrust, criminaliteit en werkloosheid. Als we
die gekleurde, koeterwaals sprekende figuren het land uit hebben gewerkt,
breken gouden tijden aan en is het weer rustig op straat en in de tram, zo
luidt de simpele redenering die nog steeds een grote aantrekkingskracht
uitoefent op eenvoudige lieden.
Vanuit de kosmos lijkt die gedachtegang nu te worden
tegengesproken: ook in het heelal zijn allochtonen een doodnormaal
verschijnsel. Heel veel zonnestelsels bevatten namelijk planeten, die vroeger
rondom een andere ster hebben gedraaid. Het gebeurt soms dat een planeet op korte
afstand wordt gepasseerd door een grotere, zwaardere planeet of door een ster.
Daardoor kan hij uit zijn normale baan rondom een ster worden geslingerd. Zijn
de krachten, die op zo’n planeet worden uitgeoefend, sterk genoeg, dan
verdwijnt hij in de diepten van het heelal. In theorie kan dat zelfs met
bewoonde planeten gebeuren!
Dat betekent trouwens niet dat een dergelijke planeet
gedoemd is om voor altijd in zijn eentje door het heelal te zwerven. Na verloop
van miljoenen jaren kan onze kosmische landloper opnieuw rakelings een
toevallige ster passeren. Als zo’n ster met ongeveer dezelfde snelheid om het
centrum van het melkwegstelsel draait en in dezelfde richting beweegt, kan die
planeet zelfs voorgoed in zijn zwaartekrachtsveld terecht komen. Hij gaat dan
baantjes draaien rondom zijn nieuwe gastheer. In sterrenkundig jargon spreekt
men dan van een planeet die is ‘ingevangen’.
Zulke planeten komen redelijk vaak voor. Ongeveer één op de
twintig sterren heeft een planeet om zich heen draaien die hij op zijn tocht
door de ruimte heeft gevangen. Dat is kort geleden door twee sterrenkundigen
ontdekt. De Nederlandse astronoom Thijs Kouwenhoven en zijn Israëlische collega
Hagai Perets hebben dit vastgesteld nadat ze hadden onderzocht hoe de sterren
in zgn. ‘open sterrenhopen’ om elkaar heen bewegen. Open sterrenhopen zijn
groepen van tussen de 100 en de 1000 sterren. Ze staan vrij dicht op elkaar en
zijn in dezelfde periode geboren. Omdat men tegenwoordig weet dat er om heel
veel sterren planeten draaien – op 2 oktober dit jaar waren er al 838 ontdekt! –
zal het in zo’n dichtbevolkte sterrenhoop af en toe gebeuren dat een planeet
van het ene zonnestelsel naar het andere hopt. Zo’n reis van het ene
zonnestelsel naar het andere kan zo maar miljoenen jaren duren. Sommige
migrantenplaneten komen zelfs nooit bij een andere ster aan. Zo zijn er vrije
planeten ontdekt die niet om een ster, maar om een andere vrije planeet zijn
gaan draaien. Dat zijn twee eenzame zielen die elkaar gevonden hebben, zeg
maar. In kosmische zin hokken ze samen op een eiland dat verder onbewoond is.
Sterrenkundigen hebben intussen ook verklapt dat het met die allochtone planeten goed gaat. Van botsingen of opstootjes is geen sprake, laat staan van scheldpartijen over en weer. Autochtone planeten en de pas binnengekomen migranten laten elkaar altijd met rust. Keurig netjes draaien de verse allochtonen op gepaste afstand rondom hun nieuwe ster. Meestal zijn hun banen wat groter dan die van hun autochtone broertjes en zusjes. Dat is normaal. Ze zijn immers net uit het heelal aan komen waaien. Ook gebeurt het vaak dat ze onder een wat andere hoek rondom hun nieuwe ster cirkelen. Toch is hun integratie keurig netjes verlopen. Geen wonder, want in het heelal maakt het geen lichtseconde uit waar je vandaan komt. Naar afkomst en grootte wordt in de kosmos niet gekeken. Relletjes komen in de ruimte dan ook niet voor. Wat wil je ook: in tegenstelling tot op aarde is integratie in het heelal een doodnormaal verschijnsel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten