Op 31 oktober wordt vooral in Angelsaksische landen Halloween gevierd. De oorsprong ervan is Keltisch. Voor de Kelten begon het nieuwe jaar op 1 november. De laatste dag van oktober was voor hen dus de laatste dag van het oude jaar. Niemand hoefde dan te werken. Wel moest je oppassen dat je niet door een geest werd aangevallen. De Kelten geloofde namelijk dat op die dag de geesten van de overledenen hun graf verlieten en teruggingen naar de plaatsen waar ze vroeger hadden gewoond. Daar zouden ze zich meester proberen te maken van het lichaam van een levende. Om dat te voorkomen was het handig om een masker te dragen, of zelfs een mal pakje, want men dacht dat dat geesten afschrikte. Ook de pompoenen, die men tegenwoordig uitholt en met een kaarsje verlicht, zijn bedoeld om boze geesten te verjagen.
De oorsprong van Halloween
is dus bekend, maar wat is er nu in geestelijke zin ‘waar’ van die tradities?
Kunnen de geesten van overledenen werkelijk terugkeren naar de aarde? Zo ja,
zijn daar bewijzen voor te vinden en hoe kunnen we dat verschijnsel
verklaren?
Een echte expert op dit
gebied was de in 2010 overleden David Fontana. Tijdens zijn leven was hij
hoogleraar psychologie aan de universiteit van Cardiff. Ook leidde hij enkele
jaren de beroemde Britse ‘Society for Psychical Research’, een instituut dat
wetenschappelijk onderzoek verricht naar paranormale verschijnselen. In verschillende
publicaties ging hij in op de vragen naar het hiernamaals. Een voortreffelijk
boek hierover is “Na de dood – wat kunnen we verwachten?” Een heel sterk punt
van dat werk vind ik, dat Fontana de uitkomsten van parapsychologisch onderzoek
voortdurend vergelijkt met de ervaringen van BDE’ers en met de uitspraken van
de wereldreligies over het leven na de dood. Daardoor krijg je een systematisch
overzicht van wat er over het hiernamaals bekend is. Een belangrijk element
daarvan is de kennis over geesten, die op de één of andere manier nog aan de
aarde gebonden zijn en zich af en toe manifesteren. Dat zijn dus de entiteiten
waar het bij Halloween om draait.
Globaal onderscheidt
Fontana vier soort aardgebonden geesten. Ze hebben met elkaar gemeen dat ze
zich er meestal niet van bewust zijn dat ze zijn gestorven. Ze denken dat ze
nog op aarde leven en hechten daarom sterk aan het materiële bestaan. Toch zijn
er tussen die vier groepen belangrijke verschillen. Zo zijn er geesten die
plotseling zijn overleden, bijvoorbeeld bij een ramp of een verkeersongeluk.
Meestal zijn ze verward en gedesoriënteerd. Daardoor klampen ze zich vast aan
bekende plaatsen en personen. Ze hebben nog geen tijd gehad om zich aan de
nieuwe situatie aan te passen en denken dat ze nog leven.
Een heel andere categorie wordt gevormd door geesten, die nog steeds gebonden zijn aan het materiële leven doordat hun nabestaanden of vrienden maar geen afscheid van hen kunnen nemen. De sterke emotionele binding, die de achterblijvers met de overledenen hebben – bijvoorbeeld door intense rouw - verhinderen dat zij zich in de geestelijke wereld verder kunnen ontwikkelen en houden hen in zekere zin binnen de aardse sfeer gevangen.
Een derde groep bestaat uit overledenen die op aarde zijn blijven ronddwalen doordat er onafgemaakte zaken zijn waar ze maar geen afscheid van kunnen nemen. Ze koesteren bijv. wrok tegen iemand of zijn ontevreden over de manier waarop er met hun nalatenschap wordt omgegaan. Deze geesten hebben met elkaar gemeen dat er iets is dat hen kwelt; dat moeten ze nog recht zetten voordat ze de aardse sfeer kunnen verlaten. Dat kan zich uiten in verschijningen en poltergeist-toestanden. Het zal duidelijk zijn dat vooral entiteiten uit deze categorie nog wel ‘es willen spoken. Sommige geesten zijn zelfs uitgesproken kwaadaardig.
Tenslotte is er nog een groep die gekenmerkt wordt doordat ze tijdens hun leven nooit in een hiernamaals hebben geloofd. Zij kunnen zich niet voorstellen dat hun bewustzijn na de dood blijft bestaan. Daarom klampen ze zich aan het aardse leven vast. Ook kunnen ze agressief worden door wat er na de dood met hun dierbaren of bezittingen gebeurt, want ze willen de gang van zaken op aarde nog steeds naar hun hand zetten, ook al zijn ze overleden.
Om verschillende redenen kunnen mensen na hun dood dus nog gehecht zijn aan het leven, dat ze hier hebben geleid, waardoor ze zich niet verder kunnen ontwikkelen. In geestelijke zin werken ze daardoor nog op aardse gebeurtenissen in. Ik denk dat Halloween ons herinnert aan de kennis, die er in oude culturen over deze geestenwereld bestond. Maar hoe past dit binnen het totale plaatje van het leven na de dood, zoals dat uit de parapsychologie, het BDE-onderzoek en de grote wereldreligies bekend is? Wat zijn de grote lijnen die bij een vergelijkend onderzoek hiernaar zichtbaar worden? Graag ga ik daar in een volgend artikel op in.