In zijn boek “Herinneringen aan de dood”, een wetenschappelijk onderzoek naar de realiteit van bijna-dood-ervaringen, doet de cardioloog Michael B. Sabom verslag van zijn discussie met dr. Blacher, een fanatiek bestrijder van het verschijnsel BDE. De kern van Blachers kritiek kwam erop neer dat mensen, die dergelijke ervaringen serieus nemen, zich schuldig maken aan het aanvaarden van religieus geloof als wetenschappelijke feiten. Sabom antwoordde daarop met de opmerking dat men ervoor moet waken om wetenschappelijk geloof aan te nemen als wetenschappelijke feiten.
Dat is een krasse uitspraak, maar ik denk dat er genoeg redenen zijn om aan te nemen dat niet alleen de medische, maar ook de natuurwetenschap soms van ideeën uitgaat die men op geen enkele manier hard kan maken, simpelweg omdat ze het karakter hebben van een geloof. Eén van die uitgangspunten is de gedachte van de ‘oerknal’ waarmee ons heelal zou zijn ontstaan. Atheïsten, die wars zijn van het geloof in God of in geestelijke wezens en ook niets moeten hebben van een hiernamaals, gaan er meestal van uit dat ons waarneembare heelal met een enorme explosie is ontstaan. Hoe redelijk is het om dat aan te nemen? Is dat echt een alternatief voor religieus geloof of – is dat idee misschien gebaseerd op drijfzand?
Om te beginnen vind ik het vreemd dat mensen, die zich van het geloof hebben gedistantieerd en zich graag als vertegenwoordiger van het gezonde verstand opwerpen, kennelijk toch geen moeite hebben met de gedachte dat er zomaar vanuit het niets een minuscuul klein bolletje te voorschijn kon ploppen. Dat bolletje zou even veel massa hebben bevat als ons tegenwoordige heelal en kort na zijn mysterieus ontstaan met een gigantische snelheid zijn gaan uitzetten. Geleidelijk zouden zich – zomaar, volgens natuurwetten die kennelijk ook spontaan waren gaan werken – uit die oermaterie sterrenstelsels hebben gevormd, waarin door plaatselijke verdichtingen sterren, planeten en manen ontstonden.
Dat er allerlei natuurwetten bestaan en de materie in het heelal zich in allerlei vaste patronen rangschikt en ontwikkelt, staat vast. Het geheel doet denken aan een intelligent ontwerp. De vraag is alleen hoe die intelligente blauwdruk is ontstaan. Gebeurde dat ook zomaar, spontaan, of was er misschien een schepper bij betrokken die de wetten en mogelijkheden van de materiële kosmos vaststelde en de materie vervolgens aan het spel van die natuurkrachten prijsgaf?
Ik vind die laatste gedachte minder vreemd dan die van de oerknal. Het hele idee van een 'oerknal' is ontstaan als een concept waarmee men de waargenomen uitdijing van het heelal probeert te verklaren. Alles in het heelal vlucht nl. in alle richtingen van ons vandaan. Hoe verder een sterrenstelsel van ons af staat, hoe hoger de snelheid waarmee hij van ons wegvlucht. Zo is de snelheid waarmee een sterrenstelsel op een afstand van 5 miljoen lichtjaren zich van ons verwijdert twee maal zo hoog als die van een sterrenstelsel op een afstand van 2,5 miljoen lichtjaren. In principe gaat dat tot in het oneindige door. Zo moeten er sterrenstelsels zijn die met zo’n waanzinnige snelheid van ons wegvluchten, dat ze sneller zijn dan het licht, dat 300.000 km. per seconde aflegt. Daardoor kunnen we ze niet eens meer zien: ze blijven voor altijd ‘voortvluchtig’
Als men nu, uitgaande van de huidige expansiesnelheid, terugrekent in de tijd, komt men uit op een ontstaan van het heelal in de periode van tussen de 13 en de 18 miljard jaren geleden. Ergens in die periode zou er een bolletje zijn geweest - de 'oerknalsingulariteit' - dat een oneindig kleine ruimte innam. Je kunt het vergelijken met het denkbeeldige punt waar zich de exacte noordpool bevindt: dat punt is in theorie ook oneindig klein. Een enkele singulariteit is echter in de praktijk niet mogelijk. Heeft iemand ooit gehoord van een noordpool die bestond zonder een corresponderende zuidpool? Precies: dat is nu het hele probleem van die gedachte aan een oerknal. Iets wat oneindig klein is, kan nooit en te nimmer een gigantische massa bevatten. Om die reden zijn er ook steeds meer sterrenkundigen die dat idee hebben losgelaten. Men gelooft vaak niet letterlijk meer in een oerknal of in een piepklein bolletje dat met een enorme knal openbarstte – een soort kosmisch ei – maar gebruikt dat alleen als een rekenmodel waarmee men probeert te verklaren hoe de kosmos zich heeft ontwikkeld.
Het verbaast me dan ook dat mensen, die zich atheïstisch noemen en geloven dat het heelal zomaar uit het niets tevoorschijn is gekomen, gelovigen vaak beschouwen als een soort Neanderthalers die behoren tot een soort achtergebleven levensgolf. Hun eigen aannames zijn immers nog veel irrationeler.
Op medisch gebied bestaat er een paradigma dat even irrationeel is en met nog veel grotere hardnekkigheid wordt aangehangen, nl. het idee dat ons bewustzijn het product zou zijn van onze hersenfuncties. Vallen die hersenfuncties bij de lichamelijke dood weg, dan verdwijnt ook ons bewustzijn. D.w.z.: volgens het traditionele medische model. Maar inmiddels is door Pim van Lommel, Michael B. Sabom en anderen al lang aangetoond dat dat paradigma niet klopt. Ons bewustzijn verdwijnt nl. niet bij de dood, maar wordt juist veel helderder en veelomvattender.
Omdat die gedachte enorme consequenties heeft en veel bestaande belangen aantast – o.a. het idee dat je met psychofarmaca mensen zou kunnen genezen, waardoor jaarlijks voor tientallen miljarden kan worden omgezet - levert de gevestigde medische stand een wanhopig achterhoedegevecht tegen wetenschappers zoals Van Lommel, die kunnen aantonen dat ons bewustzijn niet met de dood verdwijnt.
De medische wetenschap is één van de conservatiefste van allemaal. Daarom ben ik bang dat op deze geneesheren en pillendraaiers een uitspraak van Max Planck van toepassing is. Hij zei ooit: “Een nieuwe wetenschappelijke waarheid overwint niet door de tegenstanders te overtuigen en hen het licht te laten zien, maar omdat de tegenstanders tenslotte sterven en er een nieuwe generatie opgroeit die ermee vertrouwd is.”
Hopelijk sterft het paradigma van het bewustzijn een zachte dood voordat de huidige generatie medici de geest heeft gegeven.
Een zeer boeiend en goed doordacht artikel, beste Hendrik. Ik heb het met grote interesse en met veel genoegen en instemming gelezen.
BeantwoordenVerwijderenHartelijke groet
Francine
Ik sluit mij geheel bij Fran aan!
BeantwoordenVerwijderenGroeten,
Jeannette