donderdag 8 november 2012

Visies op het hiernamaals: deel 2, de zeven niveaus

 
Zowel oosterse als westerse tradities hebben het over zeven niveaus of sferen in het hiernamaals. Die indeling is niet dwingend; het is gewoon een manier om structuur aan te brengen in de beschrijvingen van het leven na de dood. Hierin is het onderste niveau dat van de aarde. Alle aardgebonden geesten verblijven daar; het zijn de geesten waarvan men aanneemt dat ze tijdens Halloween komen ‘spoken’. Ze kunnen dat niveau pas verlaten als ze zich niet meer zo sterk aan het materiële hechten en het tot hen is doorgedrongen dat ze zijn gestorven. Ook moeten ze accepteren dat ze hulp nodig hebben om verder te komen.
Wie dat eenmaal heeft geaccepteerd, komt terecht in de Hades. Dat is het gebied waar je de zwakheden van je karakter ervaart en ervan moet leren. Voor veel mensen is het een nevelig gebied waar ze kunnen uitrusten. De omgeving ziet er ongeveer net zo uit als op aarde, maar dan droomachtig. Sommigen worden er geplaagd door spijt en berouw over wat ze anderen hebben aangedaan, want bij de terugblik op hun leven hebben ze die pijn zelf ondergaan. Deze wereld wordt gevormd door de emoties van de geesten die er verblijven, maar ook door de projecties van de mensen die nog op aarde leven. Die zijn soms akelig.
Je zou je kunnen afvragen waarom sommige mensen na hun dood nog moeten lijden. Het antwoord is simpel. Alle visies gaan er namelijk van uit dat de mens na de dood niet beter of slechter is dan op het moment waarop hij sterft. “De dood maakt van zondaars geen heiligen”, zoals de Britse professor Ralph Harlow het uitdrukte. In moreel opzicht kun je immers niet over je eigen schaduw heen springen. Pas als je je eigen fouten en zwakheden hebt ingezien en je jezelf daarvan wilt zuiveren, kom je na de dood verder. Maar er zijn ook mensen die daar geen boodschap aan hebben. Bij hen gaat de ontwikkeling langzamer.     
Verwant aan de Hades is het begrip ‘hel’. Dit kun je als een zwaardere variant van de Hades beschouwen. De zuivering van de ziel is hier dieper en grondiger, maar in de christelijke traditie wordt deze sfeer door veel mystici en kerkvaders niet als definitief beschouwd. Het Tibetaanse boeddhisme zit ook op die lijn: je zit niet voor eeuwig in de hel, maar moet er je slechte karma uitboeten. Daarna kun je verder.
Het volgende niveau is dat van de illusie. De omgeving in deze sfeer wordt bepaald door de mentale beelden van de mensen die zich daar bevinden. De geesten vormen hier groepen van gelijkgezinden die zich tot elkaar aangetrokken voelen. Sommige groepen wonen er in een mooie, vreedzame omgeving, andere in steden. Het is belangrijk om te weten dat dit projecties zijn van die geesten: het gaat hier niet om een tastbare, fysieke realiteit. Iedereen creëert hier zijn eigen werkelijkheid.
Op den duur bevredigt dit bestaan op het niveau van de illusie niet meer, omdat men het wisselvallige en betrekkelijke ervan inziet. De geesten komen dan terecht in het ‘niveau van de kleur’ of het ‘zomerland’. Evenals het niveau van de illusie is deze sfeer een projectie van de bewoners ervan, maar er is een wezenlijk verschil: men schept hier zijn omgeving heel bewust d.m.v. gedachtekracht, terwijl men op het vorige niveau nog ten prooi was aan zijn eigen illusies. Ziekte en pijn komen er daarom niet meer voor. Qua uiterlijk lijkt deze sfeer sterk op de traditionele voorstellingen van de hemel en het paradijs. Opvallend is verder dat hoogstaande kunst, ontdekkingen en uitvindingen in eerste instantie in dit mentale gebied plaatsvinden en vervolgens d.m.v. dromen en inspiratie op aarde worden gerealiseerd. Dat gegeven komt zowel uit BDE-verslagen als uit parapsychologisch onderzoek naar voren.
Als de geest zich nog verder ontwikkelt, daagt het bewustzijn dat men zich moet bevrijden van de vormen die aan het leven op aarde zijn ontleend. Al het aardse is immers eindig en tijdelijk, terwijl het geestelijke oneindig en onsterfelijk is. Deze vormen voldoen dus niet meer: men wil door die barrière heen breken naar de ultieme werkelijkheid, die veel groter is. Via de drie hoogste sferen, die alleen maar abstract kunnen worden beschreven omdat ze zo ver van de aardse werkelijkheid af staan, klimt de mens tenslotte op naar het allerhoogste, goddelijke niveau.
Fontana verwijst in dit verband naar Plato, naar het Tibetaanse boeddhisme en naar het hindoeïsme. Ze hebben met elkaar gemeen dat ze alle drie uitgaan van de essentie van de werkelijkheid zelf, waaruit de aardse vormen voortkomen. Deze essentie wordt in het hiernamaals uiteindelijk ook bereikt: voor de hindoes is dat het ‘Brahman’, voor mystici zoals meister Eckhart is dat de sfeer van de godheid, voor de christelijke gnostici het ‘pleroma’. Daar nadert men de bron van het bestaan zelf in het zevende en hoogste niveau van het geestelijke leven.
Bij dit alles is er wel een essentieel verschil tussen oosterse en westerse ontwikkelingswegen. Oosterse tradities stellen dat de mens puur op eigen kracht alle illusies en gehechtheden moet overwinnen, terwijl westerse tradities geloven dat de mens daarbij hulp van anderen - in het christendom van Christus - nodig heeft. Die hulp van buitenaf bekort die ontwikkelingsweg trouwens wel enorm. Boeddhisten en hindoes moeten telkens reïncarneren om op eigen kracht de uiteindelijke verlichting te bereiken, terwijl Jezus de mens zijn zonden kan vergeven, zodat hij niet meer terug hoeft te komen om zich te vervolmaken. Het eindpunt is echter voor iedereen gelijk: uiteindelijk bereikt de mens een sfeer waarin hij volmaakt gelukkig is en alle aardse vormen en beperkingen achter zich heeft gelaten. Hij is dan in staat om oneindig en in alle vrijheid te scheppen en lief te hebben – wie zou dat niet willen?
Literatuur:
David Fontana:  “Na de dood – wat kunnen we verwachten?”. Ned. vert. uitgeverij Ankh-Hermes, 2010.
Raymond Moody: “Een blik in de eeuwigheid – gedeelde ervaringen met de dood”, Ned. vert. uitgeverij Bruna, 2011.
Betty Eadie, “Geleid door het licht”, Ned. vert. uitgeverij Bruna, 2008. 

Matthias Schreiber, "De onsterfelijke ziel", Ned. vert. uitgeverij Forum, 2008.

3 opmerkingen:

  1. Hallo Hendrik,
    Wederom mooi geschreven en uitgelegd. Ik heb een tijdje niet gereageerd maar heb je wel gevolg middels deze blog.
    Het (oude) christelijke geloof gaat er vanuit dat je na het heengaan in een betere wereld komt en dat je dan van je welverdiende rust kunt genieten, om het zo maar te zeggen....
    Het zal dan voor een (groot) deel van de mensen een tegevaller zijn als blijkt dat je nog verder moet ontwikkelen en dat van rust eigenlijk geen sprake is. Ik heb wel eens het idee dat voor veel mesen het aardse leven eerder een rem is in de ontwikkeling van het individu, terwijl het eigenlijk een "vooropleiding" zou moeten zijn voor het leven in het hiernamaals. Waardoor dus veel mensen eigenlijk met een "achterstand" in hun geestelijke ontwikkeling beginnen in het hiernamaals waardoor het dus veel langer duurt voordat men in een hogere sfeer belandt. En doordat de mens hier op aarde steeds meer in de "ik" wereld leeft, zal dus de "achterstand" steeds groter worden en zal dus de geestelijke ontwikkeling steeds trager verlopen. De vraag is nu hoe kunnen wij hier een andere draai aan geven, zodat wij in deze moderne hectische tijd ons meer bezig houden over ons geestelijke leven hier en in het hiernamaals.

    Vriendelijk groetend,
    Paul Jager

    BeantwoordenVerwijderen
  2. ( in de vorige reactie zaten een paar slordige foutjes, excuus)

    Hallo Hendrik,
    Wederom mooi geschreven en uitgelegd. Ik heb een tijdje niet gereageerd maar heb je wel gevolgd middels deze blog.
    Het (oude) christelijke geloof gaat er vanuit dat je na het heengaan in een betere wereld komt en dat je dan van je welverdiende rust kunt genieten, om het zo maar te zeggen....
    Het zal dan voor een (groot) deel van de mensen een tegenvaller zijn als blijkt dat je nog verder moet ontwikkelen en dat van rust eigenlijk geen sprake is. Ik heb wel eens het idee dat voor veel mensen het aardse leven eerder een rem is in de ontwikkeling van het individu, terwijl het eigenlijk een "vooropleiding" zou moeten zijn, voor het leven in het hiernamaals. Waardoor dus veel mensen eigenlijk met een "achterstand" in hun geestelijke ontwikkeling beginnen in het hiernamaals, waardoor het dus veel langer duurt voordat men in een hogere sfeer belandt. En doordat de mens hier op aarde steeds meer in de "ik" wereld leeft, zal dus de "achterstand" steeds groter worden en zal dus de geestelijke ontwikkeling steeds trager verlopen. De vraag is nu hoe kunnen wij hier een andere draai aan geven zodat wij in deze moderne hectische tijd ons meer bezig houden over ons geestelijke leven hier en in het hiernamaals.

    Vriendelijk groetend,
    Paul Jager

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Beste Paul,

    Het is gemakkelijker om een overzicht te geven van de verschillende visies op het hiernamaals dan om een oplossing te bedenken voor het probleem dat je hier noemt, nl. hoe je ervoor zou kunnen zorgen dat de mensen van deze tijd zich meer bezig gaan houden met hun geestelijke leven. Eén ding weet ik wel: de oude oplossingen en methoden werken niet meer. De kerken zijn voor mijn gevoel geen geschikt middel meer om de mensen van deze tijd nog te bereiken.

    In plaats daarvan zie ik wel iets anders: de opkomst van huiskamergroepen en allerlei kleine en grote stichtingen die - ieder op hun eigen manier - zich bezig houden met geloof en spiritualiteit. Voor grote, massale organisaties op religieus gebied is het getij al lang en breed verlopen.

    Wat mij idealiter voor ogen staat is een beweging met het élan en de inspiratieve kracht van de eerste christenen: krachtig, zelfbewust, sprankelend, gevoed door hun band met Christus, maar ook met hun beide voeten op de aarde. Zo zal het voor mijn gevoel moeten. Wat ook belangrijk is, is voor mijn gevoel dat men de schroom verliest om over geestelijke onderwerpen te praten. De druk, die overal door het atheïsme wordt uitgeoefend om religieuze uitingen uit het openbare leven te weren, zal de komende jaren alleen maar toenemen. Zelf merk ik dat bijna dagelijks. Die druk zullen we zelfbewust en zonder enige schroom moeten weertaan, omdat we ons verbonden weten met onze Vader en door Hem worden geïnspireerd om de juiste woorden te vinden als we aangevallen worden of in het nauw gebracht. Alleen door te bidden en rotsvast in Hem te blijven geloven zullen we die druk kunnen weerstaan. Het voorbeeld van de eerste christenen, die moedig waren, zelfbewust en onverschrokken, kan bij dat alles onze inspiratiebron zijn. Mag onze Vader ons leiden als de tijden steeds zwaarder worden en het er echt op aan komt om ófwel te kiezen voor deze wereld, ófwel voor God.

    Hartelijke groet,
    Hendrik.

    BeantwoordenVerwijderen