maandag 5 november 2012

Visies op het hiernamaals: deel 1, de levensschouw

Het wegen van het hart. Tafereel uit het Egyptische Dodenboek. Zo te zien loopt het goed af, want het hart is lichter dan de veer, die de Ma'at voorstelt,
het principe van de gerechtigheid bij de oude Egyptenaren.   

Halloween is het feest waarbij men viert dat de geesten van overledenen terugkeren naar de aarde. In de religie en de parapsychologie wordt uitgelegd hoe zoiets mogelijk is. Het gaat hierbij om geesten die vaak niet beseffen dat hun lichaam gestorven is en daarom hier blijven rondzwalken. Toch gaat dat gelukkig lang niet voor iedereen op. Bovendien is het maar een voorbijgaande fase in de ontwikkeling die sommige mensen na de dood doormaken. Interessant wordt dan de vraag hoe dat hiernamaals er in zijn totaliteit uitziet. Welke stadia doorloopt de mens in het geestelijke leven dat hem na de dood  te wachten staat? Wie een serieus antwoord wil op deze vraag– en wie vraagt zich dat nooit eens af – heeft, denk ik, nog het meest aan de opvallende overeenkomsten tussen de beelden die de religies, de parapsychologie en het BDE-onderzoek schetsen van het leven na de dood.

Laat ik beginnen met het bekende beeld van de drenkeling die zijn hele leven in één ogenblik voorbij ziet flitsen. Allerlei belangrijke momenten uit zijn leven ziet hij tegelijkertijd voor zich, zowel beelden uit de kindertijd als uit zijn latere leven. Het lijkt wel een reusachtig tableau dat zich buiten tijd en ruimte bevindt, maar desondanks enorm indringend is.

Dit levenspanorama – ook wel ‘levensschouw’ genoemd – komt voor in alle wereldreligies, in heel veel bijna-dood-ervaringen en in verslagen van tal van séances. Het is een universele ervaring van de mensheid, die ook al bekend was in de oudheid. Kenmerkend hiervoor is, dat men niet alleen beelden ziet uit het eigen leven, maar ook rechtstreeks ervaart welk effect het eigen gedrag op anderen heeft gehad, zowel in positieve als in negatieve zin. Hieraan wordt vaak een soort beoordeling verbonden van het voorbij leven, maar dat hoeft niet meteen te resulteren in straf of zelfs in een vorm van verdoemenis. Je zou beter van herbeleving kunnen spreken. Alles, wat wezenlijk voor je is, passeert nog eens de revue, zodat je je daar zelf een oordeel over kunt vormen. Het belangrijkste criterium daarbij is hoe liefdevol je voor anderen en jezelf bent geweest. Hoe veel mededogen, begrip en verdraagzaamheid heb je voor anderen opgebracht? In BDE-verslagen wordt melding gemaakt van een engel, die bij dit levenspanorama naast je staat en je kalm en vol mededogen helpt om deze indrukken – die schokkend kunnen zijn – te verwerken.
Ik denk dat met ‘het Laatste Oordeel’, dat volgens het Nieuwe Testament zal plaatsvinden op ‘de jongste dag’, deze levensschouw onder leiding van een engel wordt bedoeld. Iedereen krijgt dan de kans om zijn eigen leven te beoordelen en er lering uit te trekken. De ‘jongste dag’ is dan de eerste of jongste dag in het leven na de dood.  
Volgens de Dodenboeken van de Oude Egyptenaren t.t.v. het Nieuwe Rijk (1550-1070 v.Chr.) ging het er in het hiernamaals heel wat pittiger aan toe. Na de dood werd het hart van de overledene, dat alle goede en slechte daden bevatte, op een weegschaal gelegd. Aan de andere kant van de weegschaal legden de goden de Ma’at, de veer die de goddelijke gerechtigheid voorstelde. Als je hart zwaarder was dan de Ma’at, werd het opgevoerd aan een vrouwelijk monster dat al likkebaardend klaar stond om het te verslinden. Was je hart ‘licht’, dan ging je naar hemelse oorden waar de zon altijd scheen en niemand ooit tekort kwam. Dat oordeel werd geveld in het bijzijn van de dodengod Osiris en zijn 42 dodenrechters.
In de piramideteksten van het Oude Rijk (2600-2200 v.Chr.) wordt verhaald dat de ziel van de overleden farao opsteeg naar een eeuwig verblijf tussen de sterren. Om de opgang van zijn ziel te vergemakkelijken waren zelfs schachten in de piramide aangebracht: ze wezen naar de ster die in die tijd de poolster was (Alpha Draconis). Iets dergelijks doet me denken aan de tunnelervaring van BDE’ers: heel in de verte ziet men dan een licht opdoemen, waarachter de hemel zichtbaar wordt. Misschien verwijzen de piramideschachten naar die oerervaring van veel mensen.

Het Oud-Egyptische dodenoordeel was streng maar rechtvaardig, zonder de mogelijkheid van boetedoening waarna het alsnog met je in orde kwam. Daarin verschilt deze rigoureuze visie van de Egyptenaren van de voorstellingen, die men zich in de meeste hedendaagse wereldreligies maakt van het leven na de dood. Hierin keert het levenspanorama terug, maar dat mondt niet uit in een definitief oordeel over de gestorvene: er wordt een vervolg aan gegeven.   
Hoe dat vervolg eruit ziet beschrijft de Britse hoogleraar en parapsycholoog David Fontana in zijn boek “Na de dood – wat kunnen we verwachten?”. Gemakshalve deelt hij het hiernamaals in zeven fasen in. Voor dat doel heeft hij de gegevens van drie vakgebieden verzameld en met elkaar vergeleken, t.w. de grote wereldreligies, BDE-verslagen en het parapsychologisch onderzoek. Centraal staat hierbij de gedachte dat de geest in het hiernamaals eerst vier fasen doorloopt, waarin alles zich hult in vormen die aan het aardse leven zijn ontleend. Daarna volgen er drie fasen of niveaus waarin de ziel zich ook van de beperkingen van die aardse vormen heeft bevrijd en een bijna grenzeloze vrijheid geniet om op alle mogelijke manieren te scheppen en zich in te zetten voor anderen. Graag ga ik daar in het laatste deel van deze artikelen over het hiernamaals op in.  

1 opmerking: