Een paar jaar geleden
stond er een artikel in veel dagbladen over een kat met een bijzondere gave.
Hij kon, zo werd tenminste beweerd, perfect aanvoelen wanneer het laatste uur
voor een verpleeghuisbewoner geslagen had. Dan glipte hij de kamer van het
oudje binnen, sprong op het bed en vlijde zich tegen de stervende aan. Daar
bleef hij liggen totdat de bewoner de laatste adem had uitgeblazen. In sommige
gevallen bleef hij zelfs op zijn post totdat de begrafenisondernemer was
geweest. In de kranten verschenen ook foto’s van deze bijzondere kat. Op You
Tube werden door adepten filmpjes gepost waarin Oscar de hemel werd in geprezen
omdat hij aan stervensbegeleiding deed. Als je goed keek, zag je daarop een
zwart-wit gevlekte kat wat heen en weer hobbelen door de gangen van een
Amerikaans verpleeghuis.
In het begin wist ik niet
goed wat ik ervan denken moest. Waren die verhalen wel waar, kon een kat nog
beter dan een arts weten dat iemand snel zou overlijden? Ik vermoedde dat Oscar
alleen maar kon ruiken dat iemand op sterven lag. Als cellen afsterven, vallen
de bestanddelen ervan uiteen, waardoor ze een zoetig geurtje verspreiden. Het
zou me dan ook niet verbazen als katten dat kunnen ruiken. Niet alleen katten kunnen
dat: er zijn ook verpleegsters en ziekenverzorgsters die daardoor perfect
aanvoelen of iemand snel het hoekje om gaat. Toch bleef die kat me intrigeren,
want stel je voor dat Oscar écht paranormaal begaafd was – wat voor
consequenties had dat dan? Zouden alle dieren misschien in de toekomst kunnen
kijken?
Ik volgde de discussies
hierover op verschillende fora, maar vergat dit voorval. Pas jaren later kwam
ik op een boekenbeurs een werkje tegen van de verpleeghuisarts David Dosa. Op
het omslag prijkte een foto van een kat: het bleek diezelfde Oscar te zijn.
“Wat een kat met een bijzondere gave ons over het leven en de dood kan leren”,
stond daaronder te lezen. Ik kocht het boekje meteen.
Op een speelse manier doet
dr. Dosa daarin het verhaal over Oscar uit de doeken. Hoewel hij in het begin
weinig van die kat hebben moest – hij werd zelfs een keer door hem gekrabd toen
hij hem wilde aanhalen – raakte hij steeds meer geïntrigeerd door het gedrag
van dat dier. Omdat ziekenverzorgsters en afdelingshoofden steevast de
familieleden waarschuwden als Oscar op het bed van een bewoner was gaan liggen,
besloot hij op onderzoek uit te gaan. Daarvoor interviewde hij veel
familieleden van ex-bewoners. Het boek “Oscar” bestaat voor een groot deel uit
verslagen van deze gesprekken. Daaruit blijkt dat die kat eerst eens
poolshoogte gaat nemen door aan een bewoner te snuffelen. Is er weinig aan de
hand, dan verdwijnt hij al weer snel. Bij sommigen blijft hij op het bed zitten
en rolt zich op. De meeste bewoners en familieleden laten dat toe. Veel mensen
houden immers van dieren, en een kat geeft aan de steriele omgeving van een
verpleeghuis iets huiselijks en vertrouwds. Ook mensen, die niet eens meer
kunnen praten, voelen zich getroost als een kat hun kopjes geeft of op hun
schoot gaat liggen. Veel bewoners zijn daarom dol op deze beesten. Om die reden
heeft Steere House, het verpleeghuis in Rhode Island waarin dr. Dosa werkt,
besloten om katten toe te laten. Op elke afdeling lopen er wel een paar rond.
Voor familieleden zijn ze een welkome afleiding, vooral als er ook
kleinkinderen op bezoek komen.
Een sterk bewijs voor de paranormale gaven van dit dier kwam ik tegen in een hoofdstuk, waarin een oude man werd beschreven die vanwege een heupfractuur tijdelijk was overgeplaatst naar de intensive care van een ziekenhuis. Gewoontegetrouw sloop Oscar de kamer van die bewoner binnen, maar hij merkte al snel dat de man niet in zijn bed lag. Toch bleef hij al die tijd aan het voeteneinde liggen tot het moment waarop de oude man in het ziekenhuis – enkele kilometers verderop! – overleed. Bij controle bleken het tijdstip waarop de oude man stierf en het moment waarop Oscar die lege kamer verliet, exact met elkaar overeen te komen. Toen ik dat las, had ik geen verdere bewijzen meer nodig: deze kat voelt zelfs op afstand perfect aan dat iemand gaat sterven.
In de slothoofdstukken
pleit dr. Dosa voor een wat minder protocolachtige benadering van de zorg voor
ouderen. Hij schrijft daarin o.a. “Probeer er vooral voor de stervende te zijn,
ook als je niets zegt.” Ook relativeert hij de enorme nadruk, die door medici
wordt gelegd op het stellen van de juiste diagnose. Het gaat er juist om,
schrijft hij, dat je tijd doorbrengt bij een dementerende, ook als hij of zij
niet meer weet wie je bent. De liefde, die je op zulke momenten kunt geven, is
belangrijker dan alle medicijnen, protocollen en apparatuur bij elkaar.
Zijn woorden maakten diepe indruk op mij. Dokter Dosa lijdt aan een ziekte waardoor hij op den duur, in een periode die tientallen jaren kan beslaan, de controle over al zijn spieren kwijt raakt. Met de vergroeiingen, waaraan sommige verpleeghuisbewoners lijden, krijgt hij later zelf ook te maken. Toch blijft hij zorgzaam en bescheiden. Het deed mij dan ook goed om te horen dat een artikel, dat hij over Oscar schreef, in juli 2007 verscheen in het prestigieuze New England Journal of Medicine. Daarmee krijgt deze man naar mijn smaak de eer die hem toekomt.
Zie ook deze pagina
Net vond ik dit boekje in mijn ebookverzameling. Het gaat straks op mijn E-reader want ik ben nu wel nieuwsgierig geworden.
BeantwoordenVerwijderen