zaterdag 31 maart 2012

De Inca


Jaar in, jaar uit staat hij op de hoogvlakten van de Andes, stug de zengende hitte van overdag en de vrieskoude sterrennachten trotserend: de Inca in zijn veelkleurige plunje, onder de hemel van azuur die de besneeuwde pieken overspant.

Al eeuwenlang kijkt hij uit over de diepten van de Andes en de hoogten van het sterrenrijk. Vele zonnen heeft hij zien opkomen en ondergaan. Kaarsrecht als zijn spies, die naast hem op de rotsbodem rust, houdt hij ’s nachts bij zijn knapperend houtvuur de wacht.  Scherp steekt zijn silhouet af tegen de flonkerende sterrenhemel.
Zijn ogen zijn gericht op het onpeilbare, op de wereld achter de sterren, op de regionen boven de bleke, wassende maan, op de verste sneeuwkragen die hij met zijn priemende blikken kan zien.
Zo staat hij te wachten op wat komen gaat. Zijn raadselachtige glimlach omspeelt zijn vol en breed gelaat. Zijn zwijgen is het zwijgen van de man die alles heeft gezien, alles heeft gehoord wat eens te beluisteren viel, en daarna zijn ogen vol verwachting ten hemel slaat, wetend dat dit niet het laatste is.
Hij wacht op het antwoord dat komen zal, wanneer de rotsen als op bevel van hogerhand zullen openscheuren, de bergmassieven van de aarde zullen wankelen, de zon in zijn vurige opkomst blijft steken en de mensen in blinde verwarring zullen vluchten naar niet bestaande oorden waar het beter is. De aarde zal beven als de Gevederde Slang terugkeert naar zijn volk.
Geduldig wacht hij tot de tijden als het koren zijn gerijpt om vrucht af te werpen, en alle stervelingen terugkeren in de schoot van moeder aarde. Hij telt de cycli van zon en maan, de wenteling van sterrenwerelden, tot alle hemeltekens samenvallen.
Op het afgesproken uur zal de wereld herboren worden. Uit water en vuur, hemel en aarde, goud en sterrenstof. Langzaam schuift de zon naar het centrum van de Melkweg. De Gevederde Slang spant zijn kosmische kruisboog. Nog even.  

donderdag 29 maart 2012

Akiane Kramarik, een leven in dienst van God (1)


In de Verenigde Staten is ze een grootheid, in Nederland is ze vrij onbekend: Akiane Kramarik. Op haar negende werd ze op slag beroemd door een optreden in de Oprah Winfrey Show. Trots liet ze daarbij een paar professionele schilderijen zien die ze, zonder ooit les te hebben gekregen, had gemaakt. Ook vertelde ze over haar leven en haar inspiratie om te schilderen en te dichten. Want ze schildert niet alleen, ze is ook een verwoed dichteres. In de twee boeken die ze tot nu toe heeft geschreven, waarvan één in 2009 in het Nederlands is vertaald, staan hele series gedichten die ze schijnbaar achteloos opschrijft als een soort toegift bij haar schilderijen. Sommigen noemen haar een engel, anderen vinden haar een instrument van de duivel. Wie is deze Akiane? Wat maakt haar zo bijzonder, wat inspireert haar?

De elementaire feiten over haar leven zijn snel verteld.  Op 9 juli 1994 werd zij geboren in Mont Morris, Illinois, als dochter van een Amerikaanse vader en een Litouwse moeder.  Haar vader had een baan als diëtist, haar moeder zorgde voor het gezin. Geen van beide ouders was gelovig.  Omdat ze het vrij arm hadden, woonden ze aanvankelijk in een krot aan de rand van het stadje Mont Morris. De buren zagen ze nauwelijks. Omdat er geen school in de buurt was, gaf de moeder haar kinderen aanvankelijk zelf les.
Toen ze drie weken oud was, gebeurde er iets wonderlijks. Haar moeder viel, met Akiane op haar arm, van de buitentrap van hun huis. Haar dochtertje kwam daarbij met het gezicht op het ruwe asfalt terecht en begon al snel te bloeden. ’s Avonds belde een onbekende vrouw uit Armenië het gezin op om in gebroken Engels te voorspellen dat Akiane een heel bijzonder kind was dat een grootse toekomst wachtte. Of het nu door dit telefoontje kwam of door iets anders, feit is en blijft dat ze een paar dagen later volledig van haar verwondingen was hersteld.

Rond haar vierde kreeg Akiane – Russisch voor ‘oceaan’ – haar eerste dromen en visioenen. Ook vertelde ze haar moeder, die zelf atheïste was, dat ze met God gesproken had. Ongelovig hoorde de moeder haar verhaal aan. In het gezin werd nooit over God of over het geloof gepraat. Bovendien hadden ze destijds geen televisie. Hoe kon Akiane het woord ‘God’ dan kennen, laat staan dat ze een heel gesprek met Hem had gehad? Maar hoe haar moeder ook aandrong, Akiane bleef aanvankelijk over haar visioenen zwijgen.
Pas na weken lichtte ze een tipje van de sluier op: ze had beelden gezien van de hemel en van de toekomst van de aarde. In de hemel waren de dieren allemaal vreedzaam, vertelde ze, en de kleuren waren anders en ook veel dieper dan op aarde; ze correspondeerden met de onbeschrijflijk mooie muziek die er voortdurend klonk. Om die reden kon ze ook geen aardse muziek verdragen, want ‘de muziek in de hemel is heel anders’. Mensen die op bezoek kwamen, voelde ze feilloos aan. Later bleek haar waarneming altijd te kloppen.

Rond dezelfde tijd waarin ze haar eerste dromen en visioenen kreeg, begon ze ook te tekenen. In het begin waren dat vooral gezichten. Ze nam anderen heel aandachtig op en probeerde hen zo nauwkeurig mogelijk, met eindeloos veel geduld en doorzettingsvermogen, te portretteren. Bij gebrek aan tekenmateriaal moesten in het begin zelfs de muren, de banken en het tafelblad eraan geloven. In haar eigen kamer was het een rommeltje, maar haar tekeningen werkte ze perfect af. Wie haar bij haar tekenwerk stoorde, werd er resoluut uitgebonjourd.
Toen ze zes jaar oud was, begon ze olieverfschilderijen te maken. Elke dag stond ze om vier uur op. Uren lang werkte ze geconcentreerd aan haar doeken. Minutieus werd daarbij elk detail weergegeven, net zo lang totdat het schilderij voor haar gevoel het wezen weergaf van de persoon, het dier of het landschap dat ze schilderde. Teken- of schilderles heeft ze nooit gehad; de technieken die ze gebruikt heeft ze zichzelf met vallen en opstaan geleerd. Haar bekendste twee schilderijen maakte ze op haar achtste en stellen Jezus voor kort na zijn opstanding. Ze beeldde Hem af zoals ze Hem vaak in haar dromen en visioenen had gezien: krachtig, mannelijk, maar toch ook mild.

Tegenwoordig worden haar schilderijen voor miljoenen dollars verkocht. De opbrengsten gaan naar projecten voor arme en verwaarloosde kinderen, zowel in de V.S. als in andere landen. Dat is ook Akiane’s uitdrukkelijke wens. Ze ziet het als haar levenstaak om de mensen door haar schilderijen en poëzie dichter bij God te brengen. Ze wil zich niet binden aan een kerk, want ze is wars van dogmatisme of fundamentalisme. Haar werk ademt de sfeer van een nieuwe aarde. Daarom komen er in haar schilderijen en poëzie ook toekomstbeelden voor. Ik ben daarnaar op zoek gegaan en heb ze vergeleken met de voorspellingen van bekende zieners en mystici. Hoe ziet de nieuwe aarde eruit? Graag vertel ik daar in deel 2 meer over. 

maandag 19 maart 2012

Druïde


Sta op, engel met de gebroken vleugels. Je reis was lang en diep: je tuimelde uit het domein van de sterren op de aarde neer. Op de wachtvelden van deze wereld vouwde je je vleugels op, en je verborg je aanvankelijk voor de anderen, bang dat ze je afkomst zouden ontdekken en zouden proberen je te vernietigen. Want het duister haat het licht. Geleidelijk aan moest je wennen aan het duister. Maar je leerde te zien in de schemering en ontwikkelde de eigenschappen die je nodig had om op deze wonderlijke wereld te leven.
Je groeide op en vocht tegen het gif van de aarde dat in je ziel gedrongen was als een taai, kleverig vocht dat van geen wijken wilde weten. Een schimmenleger volgde je op afstand. Ze probeerden je mee te zuigen in hun draaikolk van angst, haat en wervelende schijnbeelden. Maar deze schimmen overwon je. Want diep in jouw ziel glansde altijd het sterrenlicht, als een belofte, als een blauwzilveren vlam van hoop, van wijsheid en van moed.
En je vocht om je doel te naderen. Tastend, zoekend kwam je steeds dichterbij. Af en toe begon het in je te lichten, eerst nog aarzelend, maar gaandeweg steeds vaker, steeds krachtiger. Je werd ouder, beproefder, maar je bleef alle gevechten winnen, want je was omringd door engelen, het licht omspeelde je, ook al zag je het niet.  
En nu, nu sta je op de hoogten, met het beloofde land dat aan de horizon voor je opdoemt. Aan de einder begint het te lichten. De eerste zonnestralen schieten door het zwerk. Rood, purper, blauw en violet begint de hemel te stralen in het Oosten. En je herinnert je jouw afkomst, je vleugels. En zie, in je oude ogen ligt dezelfde glans als toen je deze reis begon: aardling, sterveling, sterrenmens, priester tot in het diepst van je ziel.

Voorbij de horizon wenkt het licht: kom naderbij. De tijd is rijp, de nacht zal spoedig wijken. Gesp je vleugels om, pak je pen en schrijf. De dag breekt aan, voorbij is de tijd van het lijden. Pijn en verdriet zullen niet meer zijn op aarde, alleen nog kinderen die dansen en spelen in het Licht. Sta op, nog even en het is zover. De hemel wenkt. 

19-03-2012.

zaterdag 17 maart 2012

A comparison between Lorber Cosmology and modern Astronomy

In several books the 19th century mystic Jakob Lorber (1800-1864) describes the universe, especially in his writings "The natural sun", "Saturn" and the chapters about the 'natural earth' of his book "Earth and Moon". He declares that these writings give an overall picture of the natural, physical world. Because I wondered if his statements about the cosmos were in line with the insights and discoveries of modern astronomers, I carefully examined his books about this subject and compared them with the theories and knowledge of 21st century scientists. Here's a summary of the results.

The moon
G.H. Darwin, the son of Charles Darwin, was the first scientist who developed the theory that the moon separated from the earth by tidal waves, caused by the gravity of the sun and the spin of the primordial earth. The ejection of material that became the moon was due to an extremely fast spin of the earth. In that theory no collision of the earth with a Mars-sized planet took place, as is widely believed nowadays. G.H. Darwin published his theory in 1897.
Although I must admit that Lorber wrote about the separation of the moon from the earth's mantle at an earlier date than Darwin did, the theory of G.H.Darwin was not completely new for his time, as astronomers have long held that earth and moon were formed together.

Many astronomers thought of earth and moon as a kind of double planet. Others have stated that our moon was just an asteroid passing by that was caught by earth's gravity. However, most astronomers believed earth and moon had a common origin. The similarity of the material from earth's South Pole and the material found on the moon confirm that they were either created together, or that the moon was ejected from the earth in a period in which the earth mantle was more fluid than nowadays and was rotating very fast.

There are also statements of Lorber about the moon that can be falsified by science. How about the 'snow' on the backside of the moon, as is written by Lorber? If there’s really snow on our moon, there must be an atmosphere. However, from a scientific point of view there can be no atmosphere on our satellite. The reason is that the moon has too little mass to keep it, even if it's theoretically possible that it had one billions of years ago. The moon's mass is about 0.012 times that of the Earth (7.35 × 1022 kg). And when there's no atmosphere, there can be no considerable amount of water too. Under such conditions there can be no physical life. Furthermore it's impossible that a celestial body would have an atmosphere on one side and no atmosphere on the other, as is stated by Jakob Lorber in his book “Earth and Moon”. That would be against all laws of physics.

It's true that a limited amount of water ice on the south pole of the moon has been found. To be precise: this has not been found at the so-called ‘backside’ of the moon, but in craters that can be seen from earth. I've read in an astronomical magazine that these amounts of water ice are much smaller than astronomers first assumed.
Moreover, this water ice is not pure, but mixed with dust and all kinds of small particles. No living creature could use it in that form.This ice occurs in parts of south pole craters where the sun never shines. Astronomers believe that it originates from comets that made an impact on the moon.

That theory is not so strange. Impacts of comets regularly occur in the solar system. The comet Shoemaker-Levy 9 came down on Jupiter between 16 and 22 July, 1994, after it had broken apart in 21 fragments. It is estimated that impacts of small comets on Jupiter occur once in about 500 years. Other planets and moons are hit as well, not only  by comets but also by small asteroids that roam the inner and outer regions of our solar system. E.g.: the extinction of the dinosaurs, 65 million years ago, was caused by a giant impact of a comet or an asteroid near the Yucatan Peninsula of Mexico. About 250 million years ago 95% of all life forms on Earth were destroyed by an impact that was much stronger than the Yucatan disaster that ended the reign of the dinosaurs.   

The surface of the moon is cratered because of all the impacts that took place in the last billions of years. Since comets contain lots of water ice, it's very plausible that the water that was detected on the lunar South Pole originally was part of one or more comets that went on a collision course with our moon. It's very unlikely that it was left behind from the period in which Earth and Moon were a kind of double planet or one celestial body.

In his book "Earth and Moon" there's a passage in which Lorber refers to observations of astronomers from Earth, who saw water vapour that came out of craters. Because there have been many amateur astronomers in the past who reported such events, some professional astronomers have investigated that matter. Their conclusion is, that 99% of all observations were wrong. There was only one observation that could not be explained, but there was too little evidence that it was caused by water vapour steaming out of a crater in daylight.

Let's assume – like many readers of the books of Jakob Lorber do - that the backside of the moon has an atmosphere. Do you know what would be the visible effects of that? In that case the shadows, that can be seen in daylight, are diffuse and a little bit hazy. But I've seen pictures of the backside with high-resolution cameras: all shadows are very, very sharp. There's no difference between the shadows on the backside of the moon and the shadows in an environment without any atmosphere, e.g. in space. 


This is a satellite picture of the backside of the moon. If this side of the moon had an atmosphere, the shadows on this part would be hazy. As you can see the shadows there are sharp and cristal clear.

That brings me to the conclusion that there's no physical life on the moon, although Jakob Lorber (and Emanuel Swedenborg too) described the several life forms that would exist at the backside of the moon, beneath the surface. This is one of the statements in the Lorber books that may have a spiritual meaning. Nevertheless it doesn't reflect the physical reality.

The stars: Sirius and Regulus

There are other differences between the cosmology of Lorber and the insights and discoveries of modern Astronomy. How about the distance of the star Sirius? Its distance from the Earth was precisely measured by trigonometry and amounts 8.6 lightyears. According to Lorber its distance would be thousands of lightyears. Yet its distance can be measured very precisely by satellites like Hipparcos. The parallax method to measure the distance of nearby stars (up till 1000 light years or so) is very reliable and trustworthy. It was used by the ESA satellite Hipparcos. You can check it out at
http://en.wikipedia.org/wiki/Parallax. The scientific results of the Hipparcos mission can be found at  this URL.

According to Jakob Lorber the star Regulus lies at the center of our whole universe and is an enormous star, billions of light years away. However, the Hipparcos satellite could precisely measure its distance from Earth: it’s 77,5 light years away from us. To make matters worse: Regulus is not a single star, but a multiple star system, consisting of four stars. The brightest of them has a mass of only 3,5 times that of our Sun; that’s much smaller than the tremendous mass and size this star would have according to Jakob Lorber. 

Double stars and colliding galaxies
There are more strange passages in the Lorber works about the cosmos. In "the natural Sun" it is stated that only 1 out of 250 stars are ‘double’, i.e. that it has a companion (a smaller star that encircles the main star of the system). Yet it has been found out that more than 1 out of 2 stars are part of a double star. I could give a vast amount of other examples, that can point out that the image of the universe, that has been depicted in the Lorber books, is quite different from the image that contemporary astronomers have of the cosmos. E.g. there are many collisions between whole extragalactic systems - although they can not occur according to Lorber, because the universe would have been made so perfect and well, that all stars and planets have their own orbit and can not collide with other celestial bodies.


Colliding galaxies, as shown in this picture, are quite common. The universe is far more chaotic than Lorber thought.

Why does Lorber describe a universe that differs from the one we see?
I don’t know why a mystic like Jakob Lorber describes a universe that differs enormously from the shape and structure of the universe that is seen by modern astronomers. I guess he was a child of his own time and could not comprehend the complexity and variety in the cosmological structures we can observe with modern instruments. Moreover I have the impression that Lorber described an ideal typical form of the universe, i.e. a universe like it should be when all chaotical elements and forces are neglected. In such a universe collisions of whole star systems are unimaginable.
Maybe his attempt to describe outer space failed in several aspects because he didn’t realise that it was not his task to give an overall picture of the whole cosmos, but only to reveal the life and words of Jesus, not altered and falsified by ecclesiastical writers and editors.

Jakob Lorber's explanation of the origins of the physical cosmos, however, is a valuable alternative for the illogical theory of the ‘Big Bang’. He states that the whole physical universe was formed after the fall of Lucifer and his angels; they rejected God and fell from heaven - the primordial spiritual world. The frequency of their spirits was lowered, untill they became part of the material world. Regulus – by Lorber called ‘Urka’ – is in that cosmology a tremendous star and the central point, from which all matter fled away in all directions.

Although the size and importance of Regulus seem to be extremely overestimated and his image of the universe contains many errors, his perception of the material universe as a school for the fallen angels that enables them to find their way home back to God, is still brilliant. Therefore it’s a pity that the trustworthiness of the core of the Lorber books – the Great Gospel of John – could in the long run be undermined by critics who reject Lorber’s revelations by pointing at the many faults and errors in his books about the cosmos. All Lorber readers should therefore realise that the true meaning of the Lorber writings consists of his works about the life and deeds of Jesus, and not of his books about the cosmos. Otherwise such a fundamentalist approach of his revelations could have a devastating effect on the reputation and proliferation of his books. 


Hendrik 2012.