Soms denk ik wel eens dat de wereld van onwaarschijnlijkheden aan elkaar hangt. Er gebeuren allerlei dingen die volgens de wetenschap gewoon niet kunnen. Wetenschappers hebben immers bepaald wat waar is en wat niet. Ze hebben een aantal basisregels opgesteld die beschrijven hoe we ons de werkelijkheid moeten voorstellen. Toch rammelen veel van die regels aan alle kanten.
Neem nou bv. de hersendood. Volgens de gangbare definitie is iemand echt dood als hij hersendood is. Jammer genoeg is dat een fabeltje. Alleen al in Nederland zijn minstens 600.000 mensen hersendood geweest. Tóch zijn ze daarna weer bijgekomen. Is dat een reden voor medici om hun definitie van ‘dood’ bij te stellen? Helemaal niet. Een wetenschappelijke definitie of paradigma wordt pas bijgesteld als de wetenschappers, die ermee werken, onder de groene zoden liggen. De menselijke natuur is weerbarstig. Nu is een wetenschapper een mens. Wetenschappers zijn dus zo koppig als de neten.
Neem nou het feit dat mensen die een orgaan krijgen van iemand anders, heel vaak de eigenschappen van de donor overnemen. Volgens veel medische specialisten is dat onmogelijk. Maar het zijn juist hun patiënten die ons verzekeren dat ze door dat orgaan andere eigenschappen hebben gekregen. Ik heb een paar programma’s gezien op Discovery hierover. Verschillende mensen die een orgaan van een ander hadden gekregen, vertelden dat hun karakter er blijvend door was veranderd. Ook hun familieleden en vrienden bevestigden dat. Als proef op de som ging men na van wie ze dat orgaan gekregen hadden: karakteristieke eigenschappen van de donor bleken ze te hebben overgenomen. “Onmogelijk!” roepen veel medici. “En toch is het waar”, roepen veel patiënten. Wie zijn wij om hen niet te geloven?
Neem nou het fabeltje dat anti-psychotica goed zouden zijn voor demente bejaarden. Uit onderzoek is gebleken dat ze daardoor veel sneller overlijden. Toch gaat men gewoon door met die praktijken. De macht der gewoonte, zullen we maar zeggen.
Heel lang geloofde men dat je demente bejaarden, die slecht liepen, strak op hun stoel vast moest binden. Dat was lekker veilig want zo konden ze niet vallen. De oudjes kreunden er soms over, ze voelden zich als een ding behandeld. Maar opa moest het maar even volhouden zo, het was immers voor zijn eigen veiligheid. Tientallen jaren was men zo bezig. Nu pas komt er verandering in. Men ontdekte dat de conditie van bejaarden er hard door achteruit ging. Maar er moet hard voor geknokt worden om zulke praktijken terug te dringen. Mythen en fabeltjes leiden immers een hardnekkig leven.
Heel lang geloofde men dat je demente bejaarden, die slecht liepen, strak op hun stoel vast moest binden. Dat was lekker veilig want zo konden ze niet vallen. De oudjes kreunden er soms over, ze voelden zich als een ding behandeld. Maar opa moest het maar even volhouden zo, het was immers voor zijn eigen veiligheid. Tientallen jaren was men zo bezig. Nu pas komt er verandering in. Men ontdekte dat de conditie van bejaarden er hard door achteruit ging. Maar er moet hard voor geknokt worden om zulke praktijken terug te dringen. Mythen en fabeltjes leiden immers een hardnekkig leven.
Neem nou de werking van homeopatische geneesmiddelen. “Ze werken niet”, roepen veel medici in koor, “verbieden die handel”! Als reguliere medici de kans kregen zouden ze veel kruiden die gewoon in de natuur groeien verbieden om nog langer te groeien. Want veel kruiden werken nl. wel. St. Janskruid blijkt goed te werken om de stemming te verbeteren. Maar ook al is dat goed onderzocht, de reguliere medici blijven bij hun standpunt. Dogma’s komen immers niet alleen in de kerk voor, maar ook in de wetenschap: ze heten alleen anders.
De lijst met onmogelijke dingen is eindeloos. En toch gebeuren ze. Feiten en concrete ervaringen van mensen storen zich niet aan wat volgens reguliere wetenschappers al of niet mogelijk is. De werkelijkheid is veel gevarieerder, diepzinniger en creatiever dan de meeste mensen zich voor kunnen stellen. Toch is er één troost: wat nu nog onmogelijk lijkt, is over pakweg vijftig jaar heel gewoon. Men kan zich dan moeilijk voorstellen dat we zo eenzijdig tegen allerlei dingen hebben aangekeken. Als men dan hoort wat we in deze tijd allemaal hebben geloofd en voor hoeveel dingen we ons in onze onwetendheid hebben afgesloten, zullen er misschien ook wel mensen zijn die zeggen “Onmogelijk, dat geloof ik niet”.
Geloof me, zelfs dat is mogelijk.