zaterdag 14 juni 2014

Christian theology and life on other worlds

CHRISTIAN THEOLOGY AND LIFE ON OTHER PLANETS

THE FIRST FALL IN HEAVEN
Remember the Fall of Lucifer. What happened? He became arrogant and revolted against God. The archangel Michael defeated him and his rebellious angels. However, there's something strange about the Fall: Satan and his angels were thrown down from heaven to earth. How can a spirit - an immaterial being - fall to a planet?

The answer is astonishing: in the beginning, there was only a spiritual world, filled with angels. For immeasurable times they served God; but then, after the Fall, a dramatic change took place: God created the material world to purify the angels who had defected to Satan.

THE CONSEQUENCES OF THE FIRST FALL
The material world, from here to the most remote galaxies we can watch with telescopes, is the fallen world, filled with fallen angels. The major part of the angels remained pure and loyal to God. They have never incarnated and are still in the spiritual world. But we - a tiny part of the legions that fell - have incarnated in the material world to let go of our pride and serve and love God again. As it was our haughtiness that caused the Fall, it is our task in this material life to become humble.

As a consequence of these events in heaven, there are many worlds that are inhabited by other fallen angels. They are our brothers and sisters, because they suffer the same fate. Nevertheless the level of these civilizations will vary, since the local conditions are different, and - much more important - some of them will have conquered their haughtiness to a large extent, while other civilizations have not yet managed to sublimate their primitive drives. In short: the level of a civilization is determined by its spiritual progress. Materialistic civilizations haven't learned anything.
We don't know what progress other worlds have made. What we do know is that a dramatic event took place on Earth - an event that meant a serious setback in our development.

The second fall of Adam and Eve (according to me that's a methaphor) is an indication that mankind fell again and became worse. Finally, Christ had to incarnate to save us again from Satan. And He will come back: the return of Christ is God's last intervention to save as many souls as possible and defeat the evil spirits and humans who still resist Him.

This second fall of the angels who incarnated on Earth is the event that distinguishes us from other civilizations, since it's not likely that other worlds experienced such a dramatic setback too. The consequence of this disaster is, that many planets will be inhabitated by beings who are less materialistic and more spiritual.

THE FIRST FALL AND LIFE ON OTHER WORLDS
God's children on other worlds will have a remembrance of the first Fall; their theology will reflect that major event in heaven. Another consequence of the first Fall is, that the inhabitants of other worlds are humanoids (humanlike life forms), because they are in fact fallen angels.

Our sins have separated us from God, but on planets were the inhabitants have become more spiritual than on earth, they'll know God better. That's why I long for the day we meet our brothers and sisters of other worlds where they have a much deeper knowdlege of God and His angels.

EFFECTS OF CONTACTS WITH OTHER CIVILIZATIONS
The consequences that contacts with other civilizations will have on our theology and culture are unimaginable; it will be a magical mirror thats shows us who we are and what kind of level we have reached since the start of our own civilization. I'm sure that very advanced civilizations are capable of solving the problems we have created, but we have to solve them all by ourselves.
In a spiritual sense we are angels, so we have overwhelming capabilities, but we can only dispose of them if we love and serve God.

There are more questions that have to be answered, e.g. the meaning of the incarnation of Christ. Did He only save us by descending to Earth and dying at the cross, or did He save other civilizations too? I'll try to answer that question and many others in my next - speculative - article about christian theology and life on other worlds.

dinsdag 20 mei 2014

1812 - Napoleons fatale veldtocht naar Moskou




Illustratie: de overtocht over de Berezina

Van een oudoom van me die officier was geweest kreeg ik ooit een boek over Napoleon. Dit boek, dat gepubliceerd werd in 1905 en geschreven is door een kolonel, beschrijft in een pathetisch stijltje de Franse revolutie, de opkomst van Napoleon en de oorlogen die hij voerde. Zoals zo veel boeken over veldslagen staat het bol van overzichtskaartjes met de posities van de verschillende troepen, de aanvalslijnen en stellingen van de verdedigers. Maar een oorlog is natuurlijk meer dan een spelletje Stratego. Even interessant als het krijgsverloop zijn de ervaringen van de soldaten zelf. Hoe keken zij aan tegen Napoleon, wat voor beeld hadden zij van hun vijanden en – vooral – hoe zag het dagelijks leven in het leger er aan het begin van de negentiende eeuw uit?

Het boek “1812 – Napoleons fatale veldtocht naar Moskou” geeft antwoord op die laatste vraag. Het bevat veel tekeningen, brieven en ooggetuigenverslagen. Ik moet zeggen dat de historicus Adam Zamoyski zijn best heeft gedaan om aan de hand daarvan een levendig beeld te schetsen van de omstandigheden waaronder de soldaten moesten leven. Dat geldt niet alleen voor de Grande Armée, maar ook voor het Russische leger dat diende onder tsaar Alexander.

Opvallend zijn daarbij de vooroordelen die de strijdende partijen over elkaar hadden. Zo beschouwden de Fransen de Russen als lomp, primitief en barbaars, terwijl de Russen de Fransen arrogant en verwijfd vonden. Zamoyski verklaart dat uit het cultuurverschil en de omstandigheden van die tijd: het Frans was de cultuurtaal van de Europese adel, ook in Rusland.
Daar kwam bij dat de Franse legerleiding moed en initiatief stimuleerde, terwijl het Russische leger vooral uit lijfeigenen bestond, die door adellijke fatjes werden gedrild voordat ze naar het front werden gestuurd. Omdat Napoleon het onderwijssysteem sterk had verbeterd, waren de Franse soldaten beter opgeleid dan de Russische, wat jaloezie in de hand werkte.

Een ander belangrijk verschil was dat de Fransen werden beschouwd als goddeloze revolutionairen die met hun verlichte ideeën de structuur van de Russische samenleving wilden aantasten, wat vooral neerkwam op het uithollen van de privileges van de aristocraten. Dat werd nog verergerd doordat ook religie een rol speelde: de meeste Russen waren erg vroom en tsaar Alexander beschouwde zich zelfs als een door God gezonden verlosser van het Napoleontische kwaad. De Fransen werden daarom in de Russische propaganda als halve duivels afgeschilderd. Alle ingrediënten waren dus aanwezig voor één van de meest bloedige veldtochten op Russisch grondgebied, waarbij in totaal ongeveer 1 miljoen het leven zouden laten.

Uit de persoonlijke documenten waaruit Zamoyski citeert blijkt hoe de stemming in het Franse kamp tijdens de invasie geleidelijk omsloeg. De eerste maanden was er steeds voldoende proviand. Veel regimenten trokken zingend door de Russische velden, zeker van de uiteindelijk overwinning, die, zo dacht iedereen, nog vòòr het begin van de winter zou worden behaald. Paradoxaal genoeg sloeg de stemming om toen de Grande Armée Moskou veroverd had. Er werd op grote schaal geplunderd, verkracht en gemoord. Er braken zelfs gevechten uit tussen op buit beluste Franse eenheden. Ondertussen voerden kleine, wendbare groepen Kozakken telkens aanvallen uit op geïsoleerde Franse troepen; vooral de bevoorrading had daaronder te lijden.

Napoleon talmde lang met het terugtrekken van zijn leger uit Moskou. Hij hoopte dat tsaar Alexander na de verovering van Moskou een vredesregeling zou voorstellen, maar de tsaar bleef onvermurwbaar. Omdat hij Moskou niet als onderpand kon gebruiken en de soldaten genoeg begonnen te krijgen van de veldtocht, moest hij zich op den duur terugtrekken. Het zijn vooral Zamoyski’s beschrijvingen van deze terugtocht door het Russische landschap die indruk op me hebben gemaakt. Sommige gruwelen deden me denken aan de oorlog in Syrië. Zo werden bij één gelegenheid 80 Franse krijgsgevangen naakt uitgekleed, met hun nek aan boomstammen vastgebonden en door Russische boeren doodgeslagen terwijl hun vrouwen volksdansjes uitvoerden. Dergelijke slachtpartijen waren op den duur geen uitzondering meer.
 
Naarmate het strenger ging vriezen, viel het Franse leger steeds meer uiteen. Langs de hele route van de terugtocht – van Moskou naar Vilnius – liet men karren, kanonnen en buit achter, terwijl overal langs de weg stijfbevroren lijken lagen . Op de meest idiote manieren probeerden de Fransen zich te beschermen tegen de kou. Zo waren er zelfs Fransen die over hun legerjas toneelkleding droegen die ze in Moskou hadden buitgemaakt. Anderen gooiden hun proviand weg zodat ze al hun krachten konden gebruiken om roofgoed mee te zeulen dat ze in Moskou hadden buitgemaakt. Het begon op den duur zó streng te vriezen, dat soldaten die rond een kampvuur zaten brandwonden opliepen in hun gezicht, terwijl ze aan de achterkant half bevroren.

Zamoyski vond ik meesterlijk in het beschrijven van de verschrikkingen van de terugtocht, al had het wel ietsje minder gruwelijk gemogen. Dat betekent trouwens niet dat hij in dit 561 pagina’s tellende boek geen aandacht besteedt aan de politieke en militaire situatie in Europa vòòr en na deze veldtocht, want dat doet hij wel degelijk. In zijn ijver om vooral het leven van de gewone soldaat te beschrijven schiet hij soms wat te ver door, maar omdat hij je aan de hand van tal van persoonlijke documenten laat voelen wat deze veldtocht voor de soldaten te velde betekende, vergeef ik hem dat graag. “1812” vind ik dan ook zeker een aanrader.